Nederlands
Uitgebreide vertaling voor schipbreken (Nederlands) in het Spaans
schipbreken: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- schip: barco; bote; nave; buque; vapor; barca; lancha; embarcación; barquito; góndola; navío; barcaza; lanchón; naveta; navícula
- breken: romper; quebrar; fracturar; hacer pedazos; romper en pedazos; caer; morir; doblar; extinguirse; refractar; hacer trizas; ruptura; quebrantamiento; derribar; demoler; desguazar; estallar
Spelling Suggesties voor: schipbreken
- Searching for suggestions...
Wiktionary: schipbreken
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• schipbreken | → naufragar | ↔ shipwreck — to wreck a vessel |
Computer vertaling door derden:
Spaans
Suggesties voor schipbreken in het Spaans
Spelling Suggesties voor: schipbreken
- Searching for suggestions...
Computer vertaling door derden: