Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. berm:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor berm (Nederlands) in het Frans

berm:

berm [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de berm (talud; helling; afgang; glooiing; dijkhelling)
    la pente; le talus; l'accotement; la berge; le bas-côté; la rampe
    • pente [la ~] zelfstandig naamwoord
    • talus [le ~] zelfstandig naamwoord
    • accotement [le ~] zelfstandig naamwoord
    • berge [la ~] zelfstandig naamwoord
    • bas-côté [le ~] zelfstandig naamwoord
    • rampe [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor berm:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
accotement afgang; berm; dijkhelling; glooiing; helling; talud
bas-côté afgang; berm; dijkhelling; glooiing; helling; talud
berge afgang; berm; dijkhelling; glooiing; helling; talud oever; wal; waterkant
pente afgang; berm; dijkhelling; glooiing; helling; talud berghelling; flauwe helling; glooiing; kastrand; steilheid
rampe afgang; berm; dijkhelling; glooiing; helling; talud aanvoerweg; balustrade; flauwe helling; glooiing; handsteun; inrit; leuning; oprijlaan; oprit; railing
talus afgang; berm; dijkhelling; glooiing; helling; talud bermen; borstwering; flauwe helling; glooiing; hellingen; taluds

Verwante woorden van "berm":


Wiktionary: berm

berm
noun
  1. (term, Ponts et chaussées) espace comprendre entre la chaussée et le fossé, entre le ruisseau et la maison.

Cross Translation:
FromToVia
berm → bande d'arrêt d'urgence; accotement stabilisé shoulder — part of a road where drivers may stop in an emergency