Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. trui:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor trui (Nederlands) in het Frans

trui:

trui [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de trui
    le chandail; le pull-over; le maillot de sport; le pull

Vertaal Matrix voor trui:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chandail trui
maillot de sport trui
pull trui pull; pull-over
pull-over trui

Verwante woorden van "trui":

  • truien, truitje

Verwante definities voor "trui":

  1. gebreid kledingstuk met mouwen voor het bovenlichaam1
    • mijn moeder breit de prachtigste truien1

Wiktionary: trui

trui
noun
  1. een warm kledingstuk voor over het bovenlichaam
trui
noun
  1. maillot en tricot de laine
  2. vx|fr truie, femelle du cochon.
  3. (vieilli) vête|fr lange dont on enveloppe un enfant au berceau.
  4. vête|fr vêtement couvrant le buste, des épaules à la ceinture et les bras jusqu’au poignets.
  5. femelle du porc.