Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. kraai:
  2. kraaien:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kraai (Nederlands) in het Frans

kraai:

kraai [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de kraai
    la corneille

Vertaal Matrix voor kraai:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
corneille kraai

Verwante woorden van "kraai":


Wiktionary: kraai

kraai
noun
  1. Corvus corone, een zwarte zangvogel
kraai
noun
  1. Oiseau

Cross Translation:
FromToVia
kraai craie craye — vessel
kraai corbeau; corneille crow — any bird of the genus Corvus
kraai corneille Krähe — ein Rabenvogel mit starkem Schnabel (mittelgroße Arten der Gattung Corvus)
kraai corneille noire RabenkräheOrnithologie: ein Singvogel der Familie der Rabenvogel

kraai vorm van kraaien:

kraaien werkwoord (kraai, kraait, kraaide, kraaiden, gekraaid)

  1. kraaien
    crier
    • crier werkwoord (crie, cries, crions, criez, )

Conjugations for kraaien:

o.t.t.
  1. kraai
  2. kraait
  3. kraait
  4. kraaien
  5. kraaien
  6. kraaien
o.v.t.
  1. kraaide
  2. kraaide
  3. kraaide
  4. kraaiden
  5. kraaiden
  6. kraaiden
v.t.t.
  1. heb gekraaid
  2. hebt gekraaid
  3. heeft gekraaid
  4. hebben gekraaid
  5. hebben gekraaid
  6. hebben gekraaid
v.v.t.
  1. had gekraaid
  2. had gekraaid
  3. had gekraaid
  4. hadden gekraaid
  5. hadden gekraaid
  6. hadden gekraaid
o.t.t.t.
  1. zal kraaien
  2. zult kraaien
  3. zal kraaien
  4. zullen kraaien
  5. zullen kraaien
  6. zullen kraaien
o.v.t.t.
  1. zou kraaien
  2. zou kraaien
  3. zou kraaien
  4. zouden kraaien
  5. zouden kraaien
  6. zouden kraaien
diversen
  1. kraai!
  2. kraait!
  3. gekraaid
  4. kraaiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

kraaien [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de kraaien
    la corneilles

Vertaal Matrix voor kraaien:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
corneilles kraaien
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
crier kraaien aanroepen; blaffen; blèren; brullen; bulderen; gillen; het uitgillen; huilen; janken; krijsen; krijten; praaien; roepen; schreeuwen; toeroepen; uitbrullen; uitgillen; uitkrijsen; uitroepen; uitschreeuwen

Verwante woorden van "kraaien":


Wiktionary: kraaien

kraaien
noun
  1. ornithol|nocat Membre d'une famille d'oiseaux passereaux percheurs, les corbeaux et alliés, passereaux de taille moyenne à grande, au bec robuste pointu, aux fortes pattes, et qui sont très intelligents.