Frans

Uitgebreide vertaling voor CT (Frans) in het Nederlands

côté:

côté [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le côté (flanc)
    de zijde; de kant; de zij
    • zijde [de ~] zelfstandig naamwoord
    • kant [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • zij [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. le côté (bord)
    de kant; de rand; de zijkant
    • kant [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • rand [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • zijkant [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. le côté (aile; flanc; bord; rive; rebord)
    de zijde; de zijkant; de flank
    • zijde [de ~] zelfstandig naamwoord
    • zijkant [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • flank [de ~] zelfstandig naamwoord
  4. le côté (bord; aile; rive; flanc; rebord)
    de flank; zijde van een schip

Vertaal Matrix voor côté:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
flank aile; bord; côté; flanc; rebord; rive
kant bord; côté; flanc dentelle; dentelle au fuseaux
rand bord; côté bord; bordure; cadre; encadrement; lisière; orée; rebord
zij côté; flanc soie
zijde aile; bord; côté; flanc; rebord; rive soie
zijde van een schip aile; bord; côté; flanc; rebord; rive
zijkant aile; bord; côté; flanc; rebord; rive
PronounVerwante vertalingenAndere vertalingen
zij elle
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
zij elles

Synoniemen voor "côté":


Wiktionary: côté

côté
noun
  1. région des côtes, depuis l’aisselle jusqu’à la hanche.
côté
noun
  1. richting
  2. één van beide kanten van een lichaam
  3. datgene dat de zijde vormt

Cross Translation:
FromToVia
côté zijde; kant Seite — in einer bestimmten Richtung liegende Begrenzungsfläche
côté kant; zijde Seite — seitlicher (rechts oder links von der Mitte gelegener) Teil einer Sache
côté zijde side — bounding straight edge of an object
côté kant; zijde side — left or right half

à côté:

à côté bijvoeglijk naamwoord

  1. à côté (tout près de; près de; proche de; )
    dichtbij
    – op een kleine afstand 1
    • dichtbij bijvoeglijk naamwoord
      • de school is dichtbij voor ons1
    in de buurt; nabijgelegen; vlakbij; nabij
  2. à côté
    hiernaast; naast dit
  3. à côté (d'ailleurs; ensuite; en plus; )
    bovendien; daarbij; behalve dat; daarenboven
  4. à côté (faux; incorrecte; fausse; )
    verkeerd; foutief; ten onrechte; fout; onjuist; ernaast; onwaar; mis
  5. à côté (limitrophe; adjacent; avoisinant; )
    aangrenzend; aanpalend; belendend
  6. à côté (en passant; de côté; en aparté)
    terzijde; terloops
  7. à côté (environnant; adjacent; avoisinant; )
    omliggend; naburig; belendend
  8. à côté (à part; en aparté)
    naar opzij; zijwaarts

Vertaal Matrix voor à côté:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fout avarie; bogue; bévue; coup manqué; coup raté; dommage; défaillance; défaut; dérangement; errance; erreur; faute; faux pas; gaffe; imperfection; lapsus; manque; méprise; panne; égarement
mis messe; office divin
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aangrenzend adjacent; avoisinant; contigu; environnant; limitrophe; proche; voisin; à côté
aanpalend adjacent; avoisinant; contigu; environnant; limitrophe; proche; voisin; à côté
belendend adjacent; avoisinant; contigu; environnant; limitrophe; proche; voisin; à côté
dichtbij au-dessus; avoisinant; proche; proche de; près; près de; restreint; tout près de; voisin; à côté
fout erroné; fausse; faux; fripon; incorrect; incorrecte; inexact; malicieux; polisson; raté; à côté
foutief erroné; fausse; faux; fripon; incorrect; incorrecte; inexact; malicieux; polisson; raté; à côté
mis erroné; fausse; faux; fripon; incorrect; incorrecte; inexact; malicieux; polisson; raté; à côté
nabij au-dessus; avoisinant; proche; proche de; près; près de; restreint; tout près de; voisin; à côté
nabijgelegen au-dessus; avoisinant; proche; proche de; près; près de; restreint; tout près de; voisin; à côté
naburig adjacent; avoisinant; contigu; environnant; limitrophe; voisin; à côté
omliggend adjacent; avoisinant; contigu; environnant; limitrophe; voisin; à côté
onjuist erroné; fausse; faux; fripon; incorrect; incorrecte; inexact; malicieux; polisson; raté; à côté
onwaar erroné; fausse; faux; fripon; incorrect; incorrecte; inexact; malicieux; polisson; raté; à côté abject; bas; basse; bassement; faussement; faux; feint; fictif; ignoble; ignoblement; inventé; méchant; méprisable; ordinaire; ordinairement; perfide; perfidement; rudement; supposé; vachement; vil; vulgaire; vulgairement
terloops de côté; en aparté; en passant; à côté bref; court; décontracté; en courant; en passant; entre la poire et le fromage; familier; fugace; incidemment; négligemment; rapidement; sans contrainte; superficiel; superficielle; superficiellement; transitoire; à la hâte; éphémère; évanescent
verkeerd erroné; fausse; faux; fripon; incorrect; incorrecte; inexact; malicieux; polisson; raté; à côté abusivement; arrière; choquant; cru; de retour; en arrière; en marche arrière; grossier; impudique; inconvenable; inconvenablement; inconvenant; incorrect; indécemment; indécent; mal; mauvais; par erreur; rétrograde; à contresens; à l'envers; à la renverse; à rebours; à tort
zijwaarts en aparté; à côté; à part
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bovendien avant tout; d'ailleurs; de même que; de plus; de surcroît; du reste; en outre; en plus; en premier lieu; ensuite; et ainsi de suite; et aussi; par-dessus le marché; par-dessus tout; plus que tout; surtout; à côté
daarbij avant tout; d'ailleurs; de même que; de plus; de surcroît; du reste; en outre; en plus; en premier lieu; ensuite; et ainsi de suite; et aussi; par-dessus le marché; par-dessus tout; plus que tout; surtout; à côté
daarenboven avant tout; d'ailleurs; de même que; de plus; de surcroît; du reste; en outre; en plus; en premier lieu; ensuite; et ainsi de suite; et aussi; par-dessus le marché; par-dessus tout; plus que tout; surtout; à côté
ernaast erroné; fausse; faux; fripon; incorrect; incorrecte; inexact; malicieux; polisson; raté; à côté de plus; de surcroît; en outre; en plus; à côté de
hiernaast à côté
vlakbij au-dessus; avoisinant; proche; proche de; près; près de; restreint; tout près de; voisin; à côté
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
behalve dat avant tout; d'ailleurs; de même que; de plus; de surcroît; du reste; en outre; en plus; en premier lieu; ensuite; et ainsi de suite; et aussi; par-dessus le marché; par-dessus tout; plus que tout; surtout; à côté
in de buurt au-dessus; avoisinant; proche; proche de; près; près de; restreint; tout près de; voisin; à côté
naar opzij en aparté; à côté; à part
naast dit à côté
ten onrechte erroné; fausse; faux; fripon; incorrect; incorrecte; inexact; malicieux; polisson; raté; à côté abusivement; faussement; incorrect; par erreur; à tort
terzijde de côté; en aparté; en passant; à côté

Synoniemen voor "à côté":


Wiktionary: à côté

à côté
adverb
  1. tout près, à une certaine distance du lieu où l’on est ou du but que l’on viser.

Cross Translation:
FromToVia
à côté naast next — on the side of

à-côté:

à-côté [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'à-côté (fait accessoire; détail)
    de bijzaak
    • bijzaak [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. l'à-côté (salaire d'appoint; revenus supplémentaires; extra)
    de bijverdienste; de schnabbel; de neveninkomsten
  3. l'à-côté (circonstances accidentelles)
    de bijkomstigheid

Vertaal Matrix voor à-côté:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bijkomstigheid circonstances accidentelles; à-côté
bijverdienste extra; revenus supplémentaires; salaire d'appoint; à-côté
bijzaak détail; fait accessoire; à-côté
neveninkomsten extra; revenus supplémentaires; salaire d'appoint; à-côté
schnabbel extra; revenus supplémentaires; salaire d'appoint; à-côté