Nederlands
Uitgebreide vertaling voor ontdekken (Nederlands) in het Frans
ontdekken:
-
ontdekken (ontwaren; opsporen)
découvrir; discerner-
découvrir werkwoord (découvre, découvres, découvrons, découvrez, découvrent, découvrais, découvrait, découvrions, découvriez, découvraient, découvris, découvrit, découvrîmes, découvrîtes, découvrirent, découvrirai, découvriras, découvrira, découvrirons, découvrirez, découvriront)
-
discerner werkwoord (discerne, discernes, discernons, discernez, discernent, discernais, discernait, discernions, discerniez, discernaient, discernai, discernas, discerna, discernâmes, discernâtes, discernèrent, discernerai, discerneras, discernera, discernerons, discernerez, discerneront)
-
-
ontdekken (vinden)
découvrir; trouver; apprendre-
découvrir werkwoord (découvre, découvres, découvrons, découvrez, découvrent, découvrais, découvrait, découvrions, découvriez, découvraient, découvris, découvrit, découvrîmes, découvrîtes, découvrirent, découvrirai, découvriras, découvrira, découvrirons, découvrirez, découvriront)
-
trouver werkwoord (trouve, trouves, trouvons, trouvez, trouvent, trouvais, trouvait, trouvions, trouviez, trouvaient, trouvai, trouvas, trouva, trouvâmes, trouvâtes, trouvèrent, trouverai, trouveras, trouvera, trouverons, trouverez, trouveront)
-
apprendre werkwoord (apprends, apprend, apprenons, apprenez, apprennent, apprenais, apprenait, apprenions, appreniez, apprenaient, appris, apprit, apprîmes, apprîtes, apprirent, apprendrai, apprendras, apprendra, apprendrons, apprendrez, apprendront)
-
Conjugations for ontdekken:
o.t.t.
- ontdek
- ontdekt
- ontdekt
- ontdekken
- ontdekken
- ontdekken
o.v.t.
- ontdekte
- ontdekte
- ontdekte
- ontdekten
- ontdekten
- ontdekten
v.t.t.
- heb ontdekt
- hebt ontdekt
- heeft ontdekt
- hebben ontdekt
- hebben ontdekt
- hebben ontdekt
v.v.t.
- had ontdekt
- had ontdekt
- had ontdekt
- hadden ontdekt
- hadden ontdekt
- hadden ontdekt
o.t.t.t.
- zal ontdekken
- zult ontdekken
- zal ontdekken
- zullen ontdekken
- zullen ontdekken
- zullen ontdekken
o.v.t.t.
- zou ontdekken
- zou ontdekken
- zou ontdekken
- zouden ontdekken
- zouden ontdekken
- zouden ontdekken
en verder
- ben ontdekt
- bent ontdekt
- is ontdekt
- zijn ontdekt
- zijn ontdekt
- zijn ontdekt
diversen
- ontdek!
- ontdekt!
- ontdekt
- ontdekkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze