Nederlands
Uitgebreide vertaling voor ziedaar (Nederlands) in het Frans
ziedaar: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- zien: voir; apercevoir; regarder; distinguer; constater; enregistrer; percevoir; remarquer; observer; discerner; faire remarquer; embrasser du regard; faire observer; se rendre compte de; s'apercevoir de; s'aviser de; attention; perception; observation; contemplation
- daar: puisque; vu que; attendu que; là-bas; là; par là; de ce côté-là; comme; même; même si; étant donné que; de l'autre côté; y; en ce lieu
- zieden: cuire; bouillir; être en ébullition; entrer en ébullition; ébulition
- aar: épi de blé
Spelling Suggesties voor: ziedaar
Wiktionary: ziedaar
Computer vertaling door derden: