Recente nederlandse Woorden:
feeëriek folio aanzetten kapitaal gierig tornado lieftallig glorieus omwenteling hoerenmadam fotokopiëren ellendig ellendige verhuisbedrijf ineentimmeren wegcijferen harses geometrie omdoen gedaanteverwisseling streefcijfer schimmel festival schimmelen fotograferen jachtgeweer verzolen pink praaien volgen continu uitvloeisel uitvloeisels snee sneetje ouder ouders raddraaister looptijd voorstellen voorstel verhogen hemelstreek koesteren ventileren misleiden misleidend kwabbig bepaald bepaaldheid cliënteel zurig hand uitelkaar landbouwer binnenshuis zelfwerkzaamheid schouw schouwen doorspreken recommandatie verstoppen berijden rekken verspillen limiteren gordijn reclamant bovenzijde verkiezen kleden gekleed verkozen oplegsel gokken subtiel gok pastor optreden mensonterend afzetten afzet tegenwerken postwissel terroriseren oververmoeid bestorming toverkol gelijkzetten aaien aai toekomstig ingraven verwildering teruggeven buffet provisorisch karakter vriezer uitsmijter onpartijdig onpartijdigheid stukbreken voornemen oplichten voorgenomen autogram goedenavond reflexief leuterig fluisteren reguleren losbarsten salaris herstelwerkzaamheden dissertatie staander snel snellen intensivering humiditeit zwakkeling strafmaatregel paspoort duperen gehannes duperend snuffen dansen dans verlekkerd ongetrouwd handelsbalans keizerschap rondleiding gemelijk indiening waarheidszin omvatten voltooien toezichthouder oordeel oordelen toehoorder haastig rondkomen overlappen bestanddeel ontsnapping bies lonen lonend brutaliseren beweging ongemanierd functioneren landschap meepraten chirurge vonnis vonnissen suffig opdoen inspecteren vroedvrouw schoeisel moord moorden voortreffelijk voortreffelijkheid Webvergadering doe-het-zelf-werk capaciteit Capaciteit verhandelen brand branden halsoverkop overhalen aanmoediging kromme translateren zwaarwichtig moraliteit trotseren vertinnen oproeren hebbelijkheid hebbelijk stralen straal topologie roteren zaakregister wekelijks moeten goeddunken zintuig perceel knutselen
Recente franse Woorden:
concorder professer monter brocher broche manutentionner panacée élévation confirmatif parrain prédéfini poulie ambilité Facette colérique imperméable brimbaler cracher plausible aplatir inusité grand-messe constance réédition prétexte prétexter ingéniosité cohésion prolongation césar poignée escroquer reprocher reproche instant agressif désigner transiter aviver potées nuée salope piqûre morsure béni sinistré fanion play-back documenté apparenté psychologiquement guérison battement affligé enrichissement accoster garnissement dresser personnalité prolongement moutonnier boutique enclencher coït maïzena ronchonnement constructeur Mémo incidents garde-feu lisser étuver étuve replis paperasserie infirmer infirme interrompre rattacher amnistier sève investigation insistance archet songeur environnement rang même paratonnerre buffet réconforté combattu assurer fripé faner frontalier contenance câliner frire appréhension accessoire méthode m'as-tu-vu incursion cramer concerner concernant commuter résonnant relique percepteur petitement insensitif consternations épître confort communément aigrir inégalité recréer sang-froid connexe sympathique nausée fulguration cueillir ride ridé avant-garde divorcer scolairement surimprimer retrancher bluff mi-bas emprisonner inefficace offensif obéissance vindicatif constipé mesquin répéter Répéter soyeux correct secondaire parader émaner retarder procès tempérer tempéré envoûtant dicter débosseler énumérateur adapter adapté crapule s'associer psaume d'ici pessimiste rabâcher bourrer technologie bourré bourre quatre-mains démanger mémoire périlleux baffle musculature bureau-conseil dégât affamer bévue pleurnicheur fer-avant interview biniou candidat décomposition intimité promontoire intéresser foudre impétueusement canaille déclenchement acclimater pouvoirs marmonner barrer parer barre penser centaine