Nederlands
Uitgebreide vertaling voor heerbaan (Nederlands) in het Frans
heerbaan: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- heer: maître; roi; seigneur; souverain; homme du pouvoir; Dieu; Créateur; Tout-Puissant
- baan: voie; emploi; poste; fonction; situation; position; office; service salarié; boulot; travail; occupation; job; lieu de travail; tour; manche; tournée; ronde; portion de route; itinéraire; rue; route; trajet; route pavée; piste; parcours; circuit; patinoire; ligne de chemin de fer; chaussée; bande de voie
Spelling Suggesties voor: heerbaan
Wiktionary: heerbaan
Computer vertaling door derden: