Nederlands

Uitgebreide vertaling voor oogst (Nederlands) in het Frans

oogst:

oogst [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de oogst (opbrengst van gewas; pluk; wijnoogst)
    la récolte; la cueillette; la vendange
  2. de oogst (opbrengst van een gewas)
    la vendange; la production; la moisson; la récolte
  3. de oogst (wijnoogst; druivenoogst; pluk)
    la récolte; la vendange; la cueillette; la moisson; la récolte du vin
  4. de oogst (pluk; wijnoogst)
    la récolte; la vendange
  5. de oogst (opbrengst; rendement; uitkomst; product; voortbrengsel)
    le rendement; le bénéfice; le gain; le profit; la productivité; l'avantage
  6. de oogst
    la récolte

Vertaal Matrix voor oogst:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avantage oogst; opbrengst; product; rendement; uitkomst; voortbrengsel baat; bruikbaarheid; doel; gewin; inpasbaarheid; nut; nuttigheid; overhand; pluspunt; profijt; vergoeding; voordeeltje; waarde; winst; zin
bénéfice oogst; opbrengst; product; rendement; uitkomst; voortbrengsel baat; begunstiging; gewin; nut; profijt; waarde; winst
cueillette druivenoogst; oogst; opbrengst van gewas; pluk; wijnoogst
gain oogst; opbrengst; product; rendement; uitkomst; voortbrengsel baat; gewin; nut; profijt; waarde; winst
moisson druivenoogst; oogst; opbrengst van een gewas; pluk; wijnoogst graanoogst; graanproductie
production oogst; opbrengst van een gewas aanmaak; fabricage; fabricatie; maken; pennenvrucht; productie; uitvoer; vervaardiging
productivité oogst; opbrengst; product; rendement; uitkomst; voortbrengsel arbeidskracht; arbeidsprestatie; arbeidsvermogen; hoogte van produktie; nut; productiviteit; waarde; werkkracht; werkprestatie; werkvermogen; werkzaamheid
profit oogst; opbrengst; product; rendement; uitkomst; voortbrengsel baat; benutting; bruikbaarheid; gewin; inpasbaarheid; nut; nuttigheid; profijt; waarde; winst
rendement oogst; opbrengst; product; rendement; uitkomst; voortbrengsel doelmatigheid; doeltreffendheid; effectiviteit; grote daad; hoogte van produktie; nut; nuttig effect; prestatie; productiviteit; rendement; verrichting; waarde
récolte druivenoogst; oogst; opbrengst van een gewas; opbrengst van gewas; pluk; wijnoogst
récolte du vin druivenoogst; oogst; pluk; wijnoogst
vendange druivenoogst; oogst; opbrengst van een gewas; opbrengst van gewas; pluk; wijnoogst

Verwante woorden van "oogst":


Wiktionary: oogst

oogst
noun
  1. het van het land halen van het rijpe gewas
oogst
noun
  1. récolte des blés et autres céréales.
  2. Traductions à trier suivant le sens

Cross Translation:
FromToVia
oogst récolte crop — natural production for a specific year
oogst récolte harvest — process of harvesting, gathering the ripened crop
oogst moisson; récolte harvest — yield of harvesting
oogst rendement Ertrag — Ernteeinfuhr, Ergebnis der Ernte

oogst vorm van oogsten:

oogsten werkwoord (oogst, oogstte, oogstten, geoogst)

  1. oogsten (plukken; binnen halen)
    récolter; moissonner; faire la récolte; faire la cueillette
    • récolter werkwoord (récolte, récoltes, récoltons, récoltez, )
    • moissonner werkwoord (moisonne, moisonnes, moisonnons, moisonnez, )
    • faire la récolte werkwoord
  2. oogsten (verzamelen; plukken)
    recueillir; récolter; moissonner
    • recueillir werkwoord (recueille, recueilles, recueillons, recueillez, )
    • récolter werkwoord (récolte, récoltes, récoltons, récoltez, )
    • moissonner werkwoord (moisonne, moisonnes, moisonnons, moisonnez, )

Conjugations for oogsten:

o.t.t.
  1. oogst
  2. oogst
  3. oogst
  4. oogsten
  5. oogsten
  6. oogsten
o.v.t.
  1. oogstte
  2. oogstte
  3. oogstte
  4. oogstten
  5. oogstten
  6. oogstten
v.t.t.
  1. heb geoogst
  2. hebt geoogst
  3. heeft geoogst
  4. hebben geoogst
  5. hebben geoogst
  6. hebben geoogst
v.v.t.
  1. had geoogst
  2. had geoogst
  3. had geoogst
  4. hadden geoogst
  5. hadden geoogst
  6. hadden geoogst
o.t.t.t.
  1. zal oogsten
  2. zult oogsten
  3. zal oogsten
  4. zullen oogsten
  5. zullen oogsten
  6. zullen oogsten
o.v.t.t.
  1. zou oogsten
  2. zou oogsten
  3. zou oogsten
  4. zouden oogsten
  5. zouden oogsten
  6. zouden oogsten
en verder
  1. is geoogst
  2. zijn geoogst
diversen
  1. oogst!
  2. oogst!
  3. geoogst
  4. oogstend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor oogsten:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
faire la cueillette binnen halen; oogsten; plukken binnen brengen; binnenleiden
faire la récolte binnen halen; oogsten; plukken binnen brengen; binnenleiden
moissonner binnen halen; oogsten; plukken; verzamelen binnen brengen; binnenleiden
recueillir oogsten; plukken; verzamelen afhalen; afnemen; bijeenzamelen; meenemen; op bankrekening zetten; opeenhopen; ophalen; oppakken; oppikken; oppotten; oprapen; opsnappen; sparen; vergaren; verzamelen; weghalen; wegnemen
récolter binnen halen; oogsten; plukken; verzamelen binnen brengen; binnenleiden

Verwante woorden van "oogsten":


Wiktionary: oogsten

oogsten
verb
  1. het volgroeide gewas van het veld halen
oogsten
verb
  1. Réunir en collections.
  2. Faire un amas, un assemblage, une collection de choses.
  3. assembler de nouveau des personnes, des bêtes ou des choses qui disperser.
  4. (vieilli) rassembler les fruits d’une terre, en faire la récolte ; on dit plutôt « récolter ».
  5. Faire une récolte.

Cross Translation:
FromToVia
oogsten recueillir; moissonner; récolter harvest — to bring in a harvest; reap
oogsten faucher reap — to cut with a sickle