Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. ornaat:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ornaat (Nederlands) in het Frans

ornaat:

ornaat [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het ornaat (ambtsgewaad; toga; ambtskleden; robe; ambtskleed)
    l'habit officiel; l'habits sacerdotaux; l'habit de cérémonie

Vertaal Matrix voor ornaat:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
habit de cérémonie ambtsgewaad; ambtskleden; ambtskleed; ornaat; robe; toga staatsiegewaad; staatsiekleed; staatsiemantel; staatsierok
habit officiel ambtsgewaad; ambtskleden; ambtskleed; ornaat; robe; toga
habits sacerdotaux ambtsgewaad; ambtskleden; ambtskleed; ornaat; robe; toga

Wiktionary: ornaat

ornaat
noun
  1. Ce qui sert à orner, à embellir.