Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. haalbaar:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor haalbaar (Nederlands) in het Frans

haalbaar:

haalbaar bijvoeglijk naamwoord

  1. haalbaar (verwezenlijkbaar; realiseerbaar; te doen)
    réalisable; faisable; à faire

Vertaal Matrix voor haalbaar:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
à faire taak
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
faisable haalbaar; realiseerbaar; te doen; verwezenlijkbaar begaanbaar; bereikbaar; doenlijk; maakbaar; toegankelijk; uitvoerbaar
réalisable haalbaar; realiseerbaar; te doen; verwezenlijkbaar begaanbaar; bereikbaar; toegankelijk; uitvoerbaar; verzilverbaar
à faire haalbaar; realiseerbaar; te doen; verwezenlijkbaar begaanbaar; bereikbaar; toegankelijk

Verwante woorden van "haalbaar":

  • haalbaarheid, haalbare

Wiktionary: haalbaar

haalbaar
adjective
  1. Qui est susceptible de se réaliser, d’être réalisé.

Cross Translation:
FromToVia
haalbaar réussissable achievable — capable of being achieved
haalbaar faisable feasible — that can be done in practice

Computer vertaling door derden: