Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. luiaard:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor luiaards (Nederlands) in het Frans

luiaard:

luiaard [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de luiaard (luiwammes; luilak)
    le fainéant; le paresseux

Vertaal Matrix voor luiaard:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fainéant luiaard; luilak; luiwammes flierefluiter; geitenbreier; klooier; lammeling; lamzak; lanterfant; lanterfanter; lapzwans; leegloper; lijntrekker; nietsnut; slampamper; slapkous
paresseux luiaard; luilak; luiwammes flierefluiter; geitenbreier; lammeling; lamzak; lanterfant; lanterfanter; lapzwans; leegloper; lijntrekker; lijntrekkers; nietsnut; slampamper; slapkous
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fainéant lui; niets doend; vadsig
paresseux gemakzuchtig; lui; niets doend; traag; werkeloos; werkloos; werkschuw

Verwante woorden van "luiaard":

  • luiaards

Wiktionary: luiaard

luiaard
noun
  1. zoologie|fr paresseux tridactyle. quadrupède d’Amérique du Sud, mammifère de la famille des édentés, du genre Bradypus, qui se déplace avec une extrême lenteur.

Cross Translation:
FromToVia
luiaard fainéant; fainéante idler — one who spends his or her time in inaction
luiaard fainéant; glandeur layabout — lazy person
luiaard souillon; flemmard slob — lazy, slovenly person
luiaard paresseux; sloth — mammal
luiaard paresseux FaultierBiologie: Faultiere bilden eine Unterordnung der Ordnung der zahnarmen Säugetiere.


Wiktionary: luiaards

luiaards