Overzicht
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
- toch:
-
Wiktionary:
- toch → néanmoins
- toch → néanmoins, pourtant, de toute façon, quand même, toutefois, non, n'est-ce pas, hein, si
- toch → si
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor toch (Nederlands) in het Frans
toch:
-
toch (desondanks; desalniettemin; niettegenstaande; evengoed)
quand-même; néanmoins; toutefois; cependant; malgré cela; de toute façon-
quand-même bijvoeglijk naamwoord
-
néanmoins bijvoeglijk naamwoord
-
toutefois bijvoeglijk naamwoord
-
cependant bijvoeglijk naamwoord
-
malgré cela bijvoeglijk naamwoord
-
de toute façon bijvoeglijk naamwoord
-
-
toch (niettemin; desondanks; evenwel; nochtans)
toutefois; tout de même; néanmoins; cependant-
toutefois bijvoeglijk naamwoord
-
tout de même bijvoeglijk naamwoord
-
néanmoins bijvoeglijk naamwoord
-
cependant bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor toch:
Synoniemen voor "toch":
Verwante definities voor "toch":
Wiktionary: toch
toch
Cross Translation:
adverb
toch
-
in weerwil van iets
- toch → néanmoins
conjunction
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• toch | → de toute façon; quand même | ↔ anyway — regardless |
• toch | → pourtant; toutefois; néanmoins | ↔ nevertheless — in spite of what preceded |
• toch | → non; n'est-ce pas; hein | ↔ right — checking agreement |
• toch | → néanmoins | ↔ still — nevertheless |
• toch | → si | ↔ yes — word used to indicate disagreement or dissent in reply to a negative statement |
Computer vertaling door derden: