Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. autochtoon:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor autochtoon (Nederlands) in het Frans

autochtoon:

autochtoon bijvoeglijk naamwoord

  1. autochtoon (inheems; inlands)
    autochtone; indigène; local; naturel; originaire; aborigène; national; du pays
  2. autochtoon (inheems; inlands)
    indigène; autochtone; du pays

autochtoon [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. autochtoon (inboorling; oorpronkelijke bewoner; inlander; ingeborene)
    l'aborigène; l'indigène; l'autochtone

Vertaal Matrix voor autochtoon:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aborigène autochtoon; inboorling; ingeborene; inlander; oorpronkelijke bewoner inboorlinge
autochtone autochtoon; inboorling; ingeborene; inlander; oorpronkelijke bewoner inboorlinge; oerbewoner
indigène autochtoon; inboorling; ingeborene; inlander; oorpronkelijke bewoner inboorlinge; naturel
naturel eenvoud; naturel; natuurlijkheid; ongedwongenheid; ongekunsteldheid
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
local autochtoon; inheems; inlands binnenlands; gewestelijk; hier en daar; lokaal; on-premises; plaatselijk; plaatsgebonden; regionaal; streeksgewijs
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aborigène autochtoon; inheems; inlands inheemse; inlandse
autochtone autochtoon; inheems; inlands inheemse; inlandse
du pays autochtoon; inheems; inlands binnenlands; inheemse; inlandse
indigène autochtoon; inheems; inlands inheemse; inlandse
national autochtoon; inheems; inlands binnenlandse; nationaal; nationale; vaderlands
naturel autochtoon; inheems; inlands 'tuurlijk; aangeboren; allicht; bijgevolg; dus; eenvoudig; eigen; gemakkelijk; in een handomdraai; ingeboren; koel; koud; licht; logisch; makkelijk; moeiteloos; natuurlijk; niet moeilijk; onaangebroken; onaangedaan; onaangeroerd; onaangetast; onberoerd; onbewogen; ongebruikt; ongecompliceerd; ongedwongen; ongekunsteld; ongeopend; onontkomelijk; simpel; uiteraard; van nature aanwezig; vanzelf; vanzelfsprekend; zeker; zonder moeite; zonder twijfel
originaire autochtoon; inheems; inlands

Verwante woorden van "autochtoon":

  • autochtone

Wiktionary: autochtoon

autochtoon
noun
  1. de oorspronkelijke bewoner van een land
adjective
  1. oorspronkelijk in een bepaald gebied thuishorend
autochtoon
adjective
  1. Traductions à classer d’après le sens

Cross Translation:
FromToVia
autochtoon autochtone autochthonous — native to the place where found
autochtoon autochtone; aborigène; indigène indigenous — born or engendered in, native to a land or region
autochtoon autochtone autochthon — an Ort und Stelle entstanden; im Lande selbst geboren