Overzicht
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
- fan:
-
Wiktionary:
- fan → admiratrice, admirateur, fan
Frans naar Nederlands: Meer gegevens...
- fan:
- fané:
-
Wiktionary:
- fan → bewonderaar, fan, liefhebber, bewonderaarster
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor fan (Nederlands) in het Frans
fan:
-
de fan (bewonderaar; vereerder)
-
de fan (supporter; aanhanger)
Vertaal Matrix voor fan:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
adepte | aanhanger; fan; supporter | aanhanger; discipel; navolger; volgeling; volger |
admirateur | bewonderaar; fan; vereerder | |
admiratrice | bewonderaar; fan; vereerder | aanbidster; bewonderaarster |
adorateur | bewonderaar; fan; vereerder | aanbidder; liefhebber; minnaar; vrijer |
fan | aanhanger; fan; supporter | |
supporter | aanhanger; fan; supporter | voorstander |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
supporter | aanhouden; doorgaan; doorleven; doorstaan; doorzetten; dragen; dulden; gedogen; harden; lijden; standhouden; tolereren; uithouden; uitzingen; velen; verdragen; verduren; verteren; volharden; volhouden; voortbestaan; voortduren | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
adepte | adept; ingewijd |
Verwante woorden van "fan":
Wiktionary: fan
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• fan | → admiratrice; admirateur; fan | ↔ fan — admirer |
Frans
Uitgebreide vertaling voor fan (Frans) in het Nederlands
fan:
Vertaal Matrix voor fan:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
aanhanger | adepte; fan; supporter | adepte; adhérant; disciple; partisan; remorque; semi-remorque; suiveur |
fan | adepte; fan; supporter | admirateur; admiratrice; adorateur |
supporter | adepte; fan; supporter |
Synoniemen voor "fan":
Wiktionary: fan
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• fan | → bewonderaar; fan; liefhebber; bewonderaarster | ↔ fan — admirer |
fané:
-
fané (blafard; pâle; vaguement; flétri; décoloré; vague; terne; blême; livide; blémi)
verschoten; bleek; flets; flauw-
verschoten bijvoeglijk naamwoord
-
bleek bijvoeglijk naamwoord
-
flets bijvoeglijk naamwoord
-
flauw bijvoeglijk naamwoord
-
-
fané (desséché; sec; aride; flétri)
-
fané (pâlot; pâle; blanc; blême; livide; blafard; flétri; pâlichon; blémi)