Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor huiswerk (Nederlands) in het Frans
huiswerk: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- huis: maison; immeuble; foyer; domicile; logement; résidence; habitation; chez-soi; maison d'habitation; demeure; logis; maisonnette; humble cabane
- werk: métier; emploi; fonction; profession; activité; occupation; boulot; job; labeur; oeuvre; travail; ouvrage; produit; création; chef-d'oeuvre; oeuvre d'art; objet d'art; oeuvres complètes; travail salarié; poste; position; office; lieu de travail
- Werk: Professionnel; Bureau
- huizen: loger; héberger
huiswerk:
Vertaal Matrix voor huiswerk:
Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | huishoudelijk werk; schoolwerk |
Verwante woorden van "huiswerk":
Verwante definities voor "huiswerk":
Wiktionary: huiswerk
huiswerk
Cross Translation:
noun
huiswerk
-
schoolwerk dat thuis verricht moet worden
- huiswerk → devoirs
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• huiswerk | → ménage | ↔ Hausarbeit — Aufgaben, die in einem Haushalt anfallen |
• huiswerk | → devoir | ↔ Hausaufgabe — Aufgabe, welche Lehrer Schülern aufgeben und in der Regel zu Hause gemacht werden sollen |
• huiswerk | → travail | ↔ Arbeit — Verhältnis, bei dem man eine Tätigkeit gegen Geld verrichtet |