Nederlands
Uitgebreide vertaling voor uniform (Nederlands) in het Frans
uniform:
-
uniform (eenvormig)
uniforme; égal; uniformément; plat-
uniforme bijvoeglijk naamwoord
-
égal bijvoeglijk naamwoord
-
uniformément bijvoeglijk naamwoord
-
plat bijvoeglijk naamwoord
-
-
de uniform (tenue)
Vertaal Matrix voor uniform:
Verwante woorden van "uniform":
Verwante definities voor "uniform":
Wiktionary: uniform
uniform
Cross Translation:
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• uniform | → uniforme | ↔ Uniform — einheitlicher Anzug, Bekleidung |
• uniform | → uniforme | ↔ einheitlich — einförmig; arm an Unterschieden; bewusst ohne Unterschiede |
• uniform | → uniforme | ↔ uniform — unvarying |
• uniform | → uniforme | ↔ uniform — distinctive outfit as a means of identifying members of a group |
Frans
Uitgebreide vertaling voor uniform (Frans) in het Nederlands
uniform: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- uni: verbonden; samenhangend; verenigd; een eenheid vormend; aaneengesloten; effen; aaneengeregen; van één kleur; eensgezind; harmonieus; saamhorig; eendrachtig
- formé: gevormd; geleerd; geschoold; onderwezen; volwassen; uitgegroeid; volgroeid
- unir: bundelen; concentreren; samenbrengen; bijeenbrengen; bij elkaar brengen; verbinden; koppelen; samenvoegen; combineren; paren; bijeen voegen; verbroederen; zich verzoenen met