Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ontzetten (Nederlands) in het Frans

ontzetten:

ontzetten werkwoord (ontzet, ontzette, ontzetten, ontzet)

  1. ontzetten (uit de macht ontzetten)
    déposer; révoquer; démettre; destituer
    • déposer werkwoord (dépose, déposes, déposons, déposez, )
    • révoquer werkwoord (révoque, révoques, révoquons, révoquez, )
    • démettre werkwoord (démets, démet, démettons, démettez, )
    • destituer werkwoord (destitue, destitues, destituons, destituez, )
  2. ontzetten (bevrijden van belegeraars; verlossen)
    délivrer; libérer; sauver
    • délivrer werkwoord (délivre, délivres, délivrons, délivrez, )
    • libérer werkwoord (libère, libères, libérons, libérez, )
    • sauver werkwoord (sauve, sauves, sauvons, sauvez, )

Conjugations for ontzetten:

o.t.t.
  1. ontzet
  2. ontzet
  3. ontzet
  4. ontzetten
  5. ontzetten
  6. ontzetten
o.v.t.
  1. ontzette
  2. ontzette
  3. ontzette
  4. ontzetten
  5. ontzetten
  6. ontzetten
v.t.t.
  1. heb ontzet
  2. hebt ontzet
  3. heeft ontzet
  4. hebben ontzet
  5. hebben ontzet
  6. hebben ontzet
v.v.t.
  1. had ontzet
  2. had ontzet
  3. had ontzet
  4. hadden ontzet
  5. hadden ontzet
  6. hadden ontzet
o.t.t.t.
  1. zal ontzetten
  2. zult ontzetten
  3. zal ontzetten
  4. zullen ontzetten
  5. zullen ontzetten
  6. zullen ontzetten
o.v.t.t.
  1. zou ontzetten
  2. zou ontzetten
  3. zou ontzetten
  4. zouden ontzetten
  5. zouden ontzetten
  6. zouden ontzetten
en verder
  1. ben ontzet
  2. bent ontzet
  3. is ontzet
  4. zijn ontzet
  5. zijn ontzet
  6. zijn ontzet
diversen
  1. ontzet!
  2. ontzet!
  3. ontzet
  4. ontzettend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor ontzetten:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
destituer ontzetten; uit de macht ontzetten achteruitzetten; degraderen; in rang verlagen; terugplaatsen; terugzetten
délivrer bevrijden van belegeraars; ontzetten; verlossen aanleveren; afhelpen; afleveren; bevrijden; bevrijden van; bezorgen; brengen; in vrijheid stellen; leveren; loslaten; losmaken; overhandigen; toeleveren; van de boeien ontdoen; vrijlaten
démettre ontzetten; uit de macht ontzetten aan de dijk zetten; afdanken; afvloeien; congé geven; ecarteren; eruit gooien; ontheffen; ontslaan; uitsturen; van zijn positie verdrijven; verzenden; wegsturen; wegzenden
déposer ontzetten; uit de macht ontzetten aangeven; aanreiken; afgeven; capituleren; deponeren; geven; iets neerleggen; leggen; neerleggen; neervlijen; neerzetten; onderuit halen; opgeven; overgeven; overhandigen; plaatsen; posten; posteren; stationeren; storten; toesteken; uitleveren; versturen; wegleggen; zenden; zetten; zich overgeven
libérer bevrijden van belegeraars; ontzetten; verlossen amnestie verlenen; banen; bevrijden; detacheren; emanciperen; in vrijheid stellen; invrijheidstellen; laten gaan; loskrijgen; loslaten; losmaken; loswerken; reactiveren; scheiden; van de boeien ontdoen; van last bevrijden; verlossen; vrijlaten; vrijmaken; vrijvechten
révoquer ontzetten; uit de macht ontzetten afbestellen; afgelasten; afzeggen; annuleren; herroepen; intrekken; nietig verklaren; terugkomen op; terugnemen; terugroepen; zijn woorden terugnemen
sauver bevrijden van belegeraars; ontzetten; verlossen bergen; erdoor brengen; in veiligheid brengen; redden
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
libérer toewijzing ongedaan maken

Verwante woorden van "ontzetten":



ontzet:

ontzet bijvoeglijk naamwoord

  1. ontzet (verbouwereerd; verbaasd; stomverbaasd; )
    époustouflé; perplexe; muet; consterné; éberlué; bouche bée; ahuri; estomaqué; déconcerté; décontenancé; ébahi; interloqué
  2. ontzet (van streek; geschokt; ontredderd)
    désespéré; alarmé

ontzet [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het ontzet
    la levée d'un siège

Vertaal Matrix voor ontzet:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
levée d'un siège ontzet
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ahuri beduusd; ontdaan; onthutst; ontsteld; ontzet; perplex; stomverbaasd; verbaasd; verbouwereerd beduusd; beteuterd; getroffen; met de mond vol tanden; met open mond; onthutst; ontsteld; overbluft; overstuur; paf; perplex; sprakeloos; stom; stomverbaasd; verbaasd; verbijsterd; verbluft; verschrikt; verstomd; verwonderd; zwijgend
alarmé geschokt; ontredderd; ontzet; van streek beducht
bouche bée beduusd; ontdaan; onthutst; ontsteld; ontzet; perplex; stomverbaasd; verbaasd; verbouwereerd getroffen; met de mond vol tanden; met open mond; onthutst; ontsteld; overbluft; overdonderd; overrompeld; paf; perplex; sprakeloos; stom; stomverbaasd; uiterst verbaasd; verbaasd; verbijsterd; verbluft; verstomd; verwonderd; zwijgend
consterné beduusd; ontdaan; onthutst; ontsteld; ontzet; perplex; stomverbaasd; verbaasd; verbouwereerd getroffen; onthutst; ontsteld; overstuur; paf; perplex; verschrikt
déconcerté beduusd; ontdaan; onthutst; ontsteld; ontzet; perplex; stomverbaasd; verbaasd; verbouwereerd bedremmeld; beduusd; beteuterd; betrokken; getroffen; met de mond vol tanden; met open mond; onthutst; ontsteld; overstuur; paf; perplex; sip; sprakeloos; teleurgesteld; uiterst verbaasd; verbaasd; verbijsterd; verbluft; verschrikt; verstomd; verwonderd
décontenancé beduusd; ontdaan; onthutst; ontsteld; ontzet; perplex; stomverbaasd; verbaasd; verbouwereerd getroffen; met de mond vol tanden; met open mond; onthutst; ontsteld; overbluft; paf; perplex; sprakeloos; stom; stomverbaasd; verbaasd; verbijsterd; verbluft; verstomd; verwonderd; zwijgend
désespéré geschokt; ontredderd; ontzet; van streek niet te troosten; onherstelbaar; ontroostbaar; reddeloos; zielsbedroefd
estomaqué beduusd; ontdaan; onthutst; ontsteld; ontzet; perplex; stomverbaasd; verbaasd; verbouwereerd getroffen; onthutst; ontsteld; overbluft; paf; perplex; sprakeloos; stom; stomverbaasd; uiterst verbaasd; verbijsterd; zwijgend
interloqué beduusd; ontdaan; onthutst; ontsteld; ontzet; perplex; stomverbaasd; verbaasd; verbouwereerd bedremmeld
muet beduusd; ontdaan; onthutst; ontsteld; ontzet; perplex; stomverbaasd; verbaasd; verbouwereerd geluidloos; geruisloos; ongemerkt; ongezien; overbluft; paf; perplex; sprakeloos; stil; stilletjes; stilzwijgend; stom; stomverbaasd; zachtjes; zonder geluid; zwijgend
perplexe beduusd; ontdaan; onthutst; ontsteld; ontzet; perplex; stomverbaasd; verbaasd; verbouwereerd getroffen; met de mond vol tanden; met open mond; onthutst; ontsteld; overbluft; overdonderd; overrompeld; paf; perplex; sprakeloos; stom; stomverbaasd; uiterst verbaasd; verbaasd; verbijsterd; verbluft; verstomd; verwonderd; zwijgend
ébahi beduusd; ontdaan; onthutst; ontsteld; ontzet; perplex; stomverbaasd; verbaasd; verbouwereerd getroffen; met de mond vol tanden; met open mond; onthutst; ontsteld; overbluft; overdonderd; overstuur; paf; perplex; sprakeloos; stom; stomverbaasd; verbaasd; verbijsterd; verbluft; verstomd; verwonderd; zwijgend
éberlué beduusd; ontdaan; onthutst; ontsteld; ontzet; perplex; stomverbaasd; verbaasd; verbouwereerd getroffen; onthutst; ontsteld; overbluft; overstuur; paf; perplex; sprakeloos; stom; stomverbaasd; zwijgend
époustouflé beduusd; ontdaan; onthutst; ontsteld; ontzet; perplex; stomverbaasd; verbaasd; verbouwereerd getroffen; onthutst; ontsteld; overbluft; overdonderd; overrompeld; paf; perplex

Verwante woorden van "ontzet":


Wiktionary: ontzet


Cross Translation:
FromToVia
ontzet vexé put out — taking offense

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van ontzetten