Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. gelden:
  2. geld:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gelden (Nederlands) in het Frans

gelden:

gelden werkwoord (geldt, gold, gegolden)

  1. gelden (van kracht zijn)
    valoir; être en vigueur; avoir effet; s'appliquer à
    • valoir werkwoord (vaux, vaut, valons, valez, )
    • être en vigueur werkwoord
    • avoir effet werkwoord
    • s'appliquer à werkwoord

Conjugations for gelden:

o.t.t.
  1. geldt
  2. gelden
o.v.t.
  1. gold
  2. golden
v.t.t.
  1. heeft gegolden
  2. hebben gegolden
v.v.t.
  1. had gegolden
  2. hadden gegolden
o.t.t.t.
  1. zal gelden
  2. zullen gelden
o.v.t.t.
  1. zou gelden
  2. zouden gelden
diversen
  1. gegolden
  2. geldend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor gelden:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avoir effet gelden; van kracht zijn
s'appliquer à gelden; van kracht zijn
valoir gelden; van kracht zijn geld opleveren; inbrengen; waard zijn
être en vigueur gelden; van kracht zijn

Verwante woorden van "gelden":


Verwante definities voor "gelden":

  1. van toepassing zijn1
    • deze regel geldt niet meer1

Wiktionary: gelden


geld:

geld [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het geld (poen)
    l'argent; la monnaie; le sous; le fric; le capitaux; le pognon; le centimes; le deniers; le blé
    • argent [le ~] zelfstandig naamwoord
    • monnaie [la ~] zelfstandig naamwoord
    • sous [le ~] zelfstandig naamwoord
    • fric [le ~] zelfstandig naamwoord
    • capitaux [le ~] zelfstandig naamwoord
    • pognon [le ~] zelfstandig naamwoord
    • centimes [le ~] zelfstandig naamwoord
    • deniers [le ~] zelfstandig naamwoord
    • blé [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor geld:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
argent geld; poen centen; duit; duiten; geldstukken; zilver
blé geld; poen centen; duit; duiten; geldstukken; graan; tarwe
capitaux geld; poen centen; duit; duiten; geldstukken
centimes geld; poen centen; duiten; geldstukken
deniers geld; poen centen; duiten; geldstukken
fric geld; poen centen; duit; duiten; geldstukken
monnaie geld; poen Valuta; betaalmiddel; centen; duiten; geldsoort; geldspecie; geldstuk; geldstukken; kleingeld; money; munt; munteenheid; muntsoort; muntspecie; muntstuk; penning; valuta; wisselgeld
pognon geld; poen centen; duit; duiten; geldstukken
sous geld; poen centen; duiten; geldstukken
- poen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sous beneden; binnen; binnen een tijdsspanne; niet boven; onder

Verwante woorden van "geld":


Synoniemen voor "geld":


Verwante definities voor "geld":

  1. munten of papier om mee te betalen1
    • ik heb geen geld bij me1

Wiktionary: geld

geld
noun
  1. Valeur monétaire
  2. économie|fr unité de mesure de la valeur et d’échange commercial (généralement émise par une institution officielle).

Cross Translation:
FromToVia
geld espèces cash — money in the form of notes/bills and coins
geld argent money — means of exchange and measure of value
geld argent; monnaie GeldZahlungsmittel zur Wertaufbewahrung und zum Tauschen gegen Waren, Leistungen, Berechtigungen und anderes

Verwante vertalingen van gelden