Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Frans ->Zoek: aanbrenger

Nederlandse en Franse zoekresultaten voor: aanbrenger

Overzicht

Nederlands naar Frans: Meer gegevens...

aanbrenger:
- dénonciateur; délateur; informant; rabatteur
Wiktionary:
- aanbrenger → donneur
- aanbrenger → traître, indicateur, dénonciateur

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor aanbrenger (Nederlands) in het Frans

aanbrenger:

aanbrenger [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de aanbrenger (politie-informant; verklikker)
le dénonciateur; le délateur; l'informant
- dénonciateur [le ~] zelfstandig naamwoord
- délateur [le ~] zelfstandig naamwoord
- informant [le ~] zelfstandig naamwoord
de aanbrenger (stoepier; klantenlokker; aanlokker; runner)
le rabatteur
- rabatteur [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor aanbrenger:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
délateur	aanbrenger; politie-informant; verklikker	informant; tipgever
dénonciateur	aanbrenger; politie-informant; verklikker	aanbrengers; informant; politie-informanten; tipgever; verklikkers
informant	aanbrenger; politie-informant; verklikker	aanbrengers; informant; politie-informanten; tipgever; verklikkers
rabatteur	aanbrenger; aanlokker; klantenlokker; runner; stoepier	acquisiteur; colporteur; ronselaar; werver

Wiktionary: aanbrenger

aanbrenger

noun

Celui, celle qui donne.
- donneur → gever; aanbrenger

Cross Translation:

From	To	Via
• aanbrenger	→ traître; indicateur; dénonciateur	↔ betrayer — someone who betrays