Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. banvloek:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor banvloek (Nederlands) in het Frans

banvloek:

banvloek [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de banvloek (verwensing; vervloeking; vloek; vertikking)
    la malédiction; l'imprécation

Vertaal Matrix voor banvloek:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
imprécation banvloek; vertikking; vervloeking; verwensing; vloek
malédiction banvloek; vertikking; vervloeking; verwensing; vloek

Verwante woorden van "banvloek":

  • banvloeken

Wiktionary: banvloek

banvloek
noun
  1. een kerkelijke straf
banvloek
noun
  1. (christianisme) sentence de malédiction qui retrancher de la communion de l’Église.