Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Frans ->Zoek: bordes

Nederlandse en Franse zoekresultaten voor: bordes

Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. bordes:
  2. Wiktionary:
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. border:
  2. Wiktionary:

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bordes (Nederlands) in het Frans

bordes:

bordes [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het bordes
    le palier; le perron
    • palier [le ~] zelfstandig naamwoord
    • perron [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bordes:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
palier bordes hal; overloop; portaal; portiek; verbindingsgang
perron bordes

Verwante woorden van "bordes":

  • bordessen

Wiktionary: bordes

bordes
noun
  1. Plate-forme au niveau des étages dans un escalier.
  2. archi|fr escalier extérieur et palier permettant l’accès à l’entrée d’un bâtiment.



Frans

Uitgebreide vertaling voor bordes (Frans) in het Nederlands

border:

border werkwoord (borde, bordes, bordons, bordez, )

  1. border (ourler; encadrer)
    zomen
    • zomen werkwoord (zoom, zoomt, zoomde, zoomden, gezoomd)
  2. border (ganser; galonner; encadrer; lisérer; entourer)
    omboorden
    • omboorden werkwoord (omboord, omboordt, omboordde, omboordden, omboord)
  3. border (liserer)
    omzomen
    • omzomen werkwoord (omzoom, omzoomt, omzoomde, omzoomden, omzoomd)
  4. border (mettre au lit)
    toedekken; iemand instoppen
  5. border (emmitouffler; fourrer)
    toedekken; instoppen
    • toedekken werkwoord (dek toe, dekt toe, dekte toe, dekten toe, toegedekt)
    • instoppen werkwoord (stop in, stopt in, stopte in, stopten in, ingestopt)
  6. border (encadrer)
    afzetten; omranden
    • afzetten werkwoord (zet af, zette af, zetten af, afgezet)
    • omranden werkwoord (omrand, omrandt, omrandde, omrandden, omrand)

Conjugations for border:

Présent
  1. borde
  2. bordes
  3. borde
  4. bordons
  5. bordez
  6. bordent
imparfait
  1. bordais
  2. bordais
  3. bordait
  4. bordions
  5. bordiez
  6. bordaient
passé simple
  1. bordai
  2. bordas
  3. borda
  4. bordâmes
  5. bordâtes
  6. bordèrent
futur simple
  1. borderai
  2. borderas
  3. bordera
  4. borderons
  5. borderez
  6. borderont
subjonctif présent
  1. que je borde
  2. que tu bordes
  3. qu'il borde
  4. que nous bordions
  5. que vous bordiez
  6. qu'ils bordent
conditionnel présent
  1. borderais
  2. borderais
  3. borderait
  4. borderions
  5. borderiez
  6. borderaient
passé composé
  1. ai bordé
  2. as bordé
  3. a bordé
  4. avons bordé
  5. avez bordé
  6. ont bordé
divers
  1. borde!
  2. bordez!
  3. bordons!
  5. bordé
  6. bordant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor border:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afzetten amputer; repriser
zomen action d'ourler
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afzetten border; encadrer amputer; arrêter; avoir; barrer; berner; borner; clôturer; contourner; couillonner; couper; descendre; duper; débrancher; débrayer; décevoir; déconnecter; déposer quelque part; enjôler; entourer; escroquer; faire descendre; faire le charlatan; fermer; flouer; jalonner; laisser quelque part; leurrer; marquer; mettre dedans; mettre hors de circuit; piqueter; préciser; rouler; soutirer; stopper; tondre; tracer; tricher; tromper; écorcher; étriller; être dupé; être trompé
iemand instoppen border; mettre au lit
instoppen border; emmitouffler; fourrer entrer; mettre dans
omboorden border; encadrer; entourer; galonner; ganser; lisérer
omranden border; encadrer
omzomen border; liserer
toedekken border; emmitouffler; fourrer; mettre au lit
zomen border; encadrer; ourler

Synoniemen voor "border":


Wiktionary: border

Cross Translation:
FromToVia
• border → grenzen aan ↔ border — (transitive) to lie on, or adjacent to a border







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0720 seconde
Page rendered in 1.0 seconds