Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Frans ->Zoek: bruidegom

Nederlandse en Franse zoekresultaten voor: bruidegom

Overzicht

Nederlands naar Frans: Meer gegevens...

bruidegom:
- futur époux; fiancé; nouveau marié; futur mari
Wiktionary:
- bruidegom → accordé
- bruidegom → jeune marié, futur époux, marié, futur marié, époux, fiancé

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bruidegom (Nederlands) in het Frans

bruidegom:

bruidegom [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de bruidegom
le futur époux; le fiancé; le nouveau marié; le futur mari
- futur époux [le ~] zelfstandig naamwoord
- fiancé [le ~] zelfstandig naamwoord
- nouveau marié [le ~] zelfstandig naamwoord
- futur mari [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bruidegom:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
fiancé	bruidegom	aanstaande; verloofde
futur mari	bruidegom
futur époux	bruidegom
nouveau marié	bruidegom

Verwante woorden van "bruidegom":

bruidegommen, bruidegoms

Verwante definities voor "bruidegom":

man die trouwt¹
- de bruidegom ging met de bruid naar het stadhuis¹

Wiktionary: bruidegom

bruidegom

noun

(vieilli) Celui qu’engager un accord réciproque en vue du mariage.
- accordé → bruidegom; galant; verloofde

Cross Translation:

From	To	Via
• bruidegom	→ jeune marié; futur époux; marié; futur marié; époux	↔ bridegroom — bridegroom, groom
• bruidegom	→ fiancé; jeune marié	↔ groom — man about to be married

¹Muiswerk Woordenboek