Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. hozen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor hozen (Nederlands) in het Frans

hozen:

hozen werkwoord (hoos, hoost, hoosde, hoosden, gehoosd)

  1. hozen (leeghozen; uitscheppen)
    écoper
    • écoper werkwoord (écope, écopes, écopons, écopez, )

Conjugations for hozen:

o.t.t.
  1. hoos
  2. hoost
  3. hoost
  4. hozen
  5. hozen
  6. hozen
o.v.t.
  1. hoosde
  2. hoosde
  3. hoosde
  4. hoosden
  5. hoosden
  6. hoosden
v.t.t.
  1. heb gehoosd
  2. hebt gehoosd
  3. heeft gehoosd
  4. hebben gehoosd
  5. hebben gehoosd
  6. hebben gehoosd
v.v.t.
  1. had gehoosd
  2. had gehoosd
  3. had gehoosd
  4. hadden gehoosd
  5. hadden gehoosd
  6. hadden gehoosd
o.t.t.t.
  1. zal hozen
  2. zult hozen
  3. zal hozen
  4. zullen hozen
  5. zullen hozen
  6. zullen hozen
o.v.t.t.
  1. zou hozen
  2. zou hozen
  3. zou hozen
  4. zouden hozen
  5. zouden hozen
  6. zouden hozen
diversen
  1. hoos!
  2. hoost!
  3. gehoosd
  4. hozend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor hozen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
écoper hozen; leeghozen; uithoren; uitscheppen

Wiktionary: hozen

hozen
verb
  1. water uit een boot scheppen
hozen
verb
  1. Prendre de l’eau dans un puits, dans une rivière, à une source, etc.