Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. kolder:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kolderen (Nederlands) in het Frans

kolderen vorm van kolder:

kolder [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de kolder (wambuis)
    le pourpoint
  2. de kolder (kletskoek; humbug; flauwekul; )
    la bêtises; la baliverne; l'ineptie; la balivernes

Vertaal Matrix voor kolder:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
baliverne apekool; flauwekul; gebeuzel; geleuter; gezwam; gezwets; humbug; klets; kletskoek; kolder; kolderverhaal; kul; larie; nonsens; rimram; waanzin gebazel; geklets; geleuter; gelul; gewauwel; gezwam; gezwets; leuterpraat
balivernes apekool; flauwekul; gebeuzel; geleuter; gezwam; gezwets; humbug; klets; kletskoek; kolder; kolderverhaal; kul; larie; nonsens; rimram; waanzin bakerpraatje; bakerpraatjes; beuzelarij; futselarij; gebabbel; gekeuvel; geklets; gekwebbel; getreuzel; humbug; kul; larie; nonsens; onzin; oudewijvenpraat; zotteklap
bêtises apekool; flauwekul; gebeuzel; geleuter; gezwam; gezwets; humbug; klets; kletskoek; kolder; kolderverhaal; kul; larie; nonsens; rimram; waanzin gebazel; gekheid; gekkenpraat; klets; kletspraat; mallepraat; malligheid; quatsch; wartaal
ineptie apekool; flauwekul; gebeuzel; geleuter; gezwam; gezwets; humbug; klets; kletskoek; kolder; kolderverhaal; kul; larie; nonsens; rimram; waanzin
pourpoint kolder; wambuis

Verwante woorden van "kolder":

  • kolderen, kolders, koldertje


Wiktionary: kolderen

kolderen
verb
  1. Avoir le délire, être en délire.