Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. leek:
  2. lijken:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor leek (Nederlands) in het Frans

leek:

leek [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de leek (oningewijde)
    le laïc; le profane; la laïque
    • laïc [le ~] zelfstandig naamwoord
    • profane [le ~] zelfstandig naamwoord
    • laïque [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor leek:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
laïc leek; oningewijde
laïque leek; oningewijde
profane leek; oningewijde buitenstaander; outsider
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
profane aards; blasfemisch; godslasterend; godslasterlijk; onheilig; ontheiligend; profaan; seculair; wereldlijk; werelds

Verwante woorden van "leek":

  • leken

Wiktionary: leek

leek
noun
  1. iemand die niet deskundig is op een bepaald gebied
  2. iemand die niet tot den geestelijken stand behoort, de gewone gelovige

Cross Translation:
FromToVia
leek laïc layman — someone who is not an ordained cleric
leek profane layman — someone who is not a professional in a given field
leek profane; béotien Laieallgemein, unscharf: jemand, der auf einem bestimmten Gebiet keine Fachkenntnisse oder keine abgeschlossene Fachausbildung hat
leek laïc LaieKirche, Religion: jemand, der nicht Geistlicher ist

leek vorm van lijken:

lijken werkwoord (lijk, lijkt, leek, leken, geleken)

  1. lijken (schijnen; eruit zien; toeschijnen)
    paraître; sembler; apparaître; avoir l'air
    • paraître werkwoord (parais, paraît, paraissons, paraissez, )
    • sembler werkwoord (semble, sembles, semblons, semblez, )
    • apparaître werkwoord (apparais, apparaît, apparaissons, apparaissez, )
    • avoir l'air werkwoord

Conjugations for lijken:

o.t.t.
  1. lijk
  2. lijkt
  3. lijkt
  4. lijken
  5. lijken
  6. lijken
o.v.t.
  1. leek
  2. leek
  3. leek
  4. leken
  5. leken
  6. leken
v.t.t.
  1. heb geleken
  2. hebt geleken
  3. heeft geleken
  4. hebben geleken
  5. hebben geleken
  6. hebben geleken
v.v.t.
  1. had geleken
  2. had geleken
  3. had geleken
  4. hadden geleken
  5. hadden geleken
  6. hadden geleken
o.t.t.t.
  1. zal lijken
  2. zult lijken
  3. zal lijken
  4. zullen lijken
  5. zullen lijken
  6. zullen lijken
o.v.t.t.
  1. zou lijken
  2. zou lijken
  3. zou lijken
  4. zouden lijken
  5. zouden lijken
  6. zouden lijken
diversen
  1. lijk!
  2. lijkt!
  3. geleken
  4. lijkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

lijken [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de lijken
    le cadavres; le corps
    • cadavres [le ~] zelfstandig naamwoord
    • corps [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor lijken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
apparaître doen voorkomen; schijnen
cadavres lijken
corps lijken afdeling; anatomie; casco; corps; departement; detachement; hoofdtekst; korps; korpus; lichaam; lijf; menselijk lichaam; scheepsromp; sectie; tak
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
apparaître eruit zien; lijken; schijnen; toeschijnen aan het licht komen; er uitzien; ogen; ontdekt worden; opdagen; opdoemen; opduiken; opkomen; tevoorschijn komen; uitkomen; uitkomen van geheim; verrijzen; verschijnen; voor de dag komen; voordoen
avoir l'air eruit zien; lijken; schijnen; toeschijnen er uitzien; ogen
paraître eruit zien; lijken; schijnen; toeschijnen aan het licht komen; de schijn van iets hebben; er uitzien; ogen; ontdekt worden; schijnen; uitkomen; uitkomen van geheim; verschijnen; voor de dag komen; voordoen
sembler eruit zien; lijken; schijnen; toeschijnen de schijn van iets hebben; er uitzien; ogen; schijnen
- schijnen

Verwante woorden van "lijken":


Synoniemen voor "lijken":


Antoniemen van "lijken":


Verwante definities voor "lijken":

  1. er overeenkomst mee vertonen1
    • Jaap lijkt sprekend op zijn vader1
  2. het ziet er zo uit, maar hoeft niet zo te zijn1
    • hij lijkt wel gek1

Wiktionary: lijken

lijken
verb
  1. exposer à la vue, se faire ou se laisser voir, se manifester.
  2. Avoir du rapport, de la conformité avec quelqu’un, avec quelque chose. (Sens général).
  3. avoir l’air, l’apparence

Cross Translation:
FromToVia
lijken sembler; paraître appear — To seem; to have a certain semblance; to look
lijken → avoir l'air; paraître; sembler look — to appear, to seem
lijken ressembler resemble — to be like or similar to something else
lijken sembler; paraître seem — to appear