Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. log:
  2. logé:
  3. loggen:
  4. Wiktionary:
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. logé:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor log (Nederlands) in het Frans

log:

log bijvoeglijk naamwoord

  1. log (loom; lijzig)
    indolent; inerte; traînant; indolemment
  2. log (onsierlijk van gedaante; plomp; lomp)

Vertaal Matrix voor log:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
disgracieuse de figure log; lomp; onsierlijk van gedaante; plomp
disgracieux de figure log; lomp; onsierlijk van gedaante; plomp
indolemment lijzig; log; loom futloos; lamlendig; lusteloos; mat; slap; vadsig
indolent lijzig; log; loom futloos; gemakzuchtig; hangerig; laks; lamlendig; langzaam; lui; lusteloos; mat; niets doend; slap; sloom; traag; vadsig; werkeloos; werkloos
inerte lijzig; log; loom bewegingloos; immobiel; onbeweeglijk; onroerend; roerloos; willoos; zonder roer
traînant lijzig; log; loom aarzelend; besluitloos; dralend; langzaam; leuterig; slepend; talmend; traag; treuzelachtig; treuzelend; weifelend

Verwante woorden van "log":


Wiktionary: log


Cross Translation:
FromToVia
log loch LogNautik: Messgerät zur Bestimmung der Fahrgeschwindigkeit eines Schiffes
log encombrant; lourd; peu maniable unwieldy — difficult to carry, handle, manage or operate

logé:

logé [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de logé (slaapgast; gast; slaper; overnachter)
    l'hôte; le visiteur; l'invité
    • hôte [le ~] zelfstandig naamwoord
    • visiteur [le ~] zelfstandig naamwoord
    • invité [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor logé:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hôte gast; logé; overnachter; slaapgast; slaper eters; host; kostganger; kostgangster; pensiongast; pensiongaste; tafelgasten
invité gast; logé; overnachter; slaapgast; slaper gast; genodigde; introducé; invité
visiteur gast; logé; overnachter; slaapgast; slaper gast; genodigde; invité
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
invité Uitgenodigd
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
invité uitgenodigd

Verwante woorden van "logé":


Wiktionary: logé

logé
noun
  1. Personne qui se trouver à un repas avec d’autres.
  2. (Féminin : hôtesse) Celui, celle qui donner l’hospitalité par humanité, par amitié, par bienveillance.

log vorm van loggen:

loggen werkwoord (log, logt, logde, logden, gelogd)

  1. loggen

Conjugations for loggen:

o.t.t.
  1. log
  2. logt
  3. logt
  4. loggen
  5. loggen
  6. loggen
o.v.t.
  1. logde
  2. logde
  3. logde
  4. logden
  5. logden
  6. logden
v.t.t.
  1. heb gelogd
  2. hebt gelogd
  3. heeft gelogd
  4. hebben gelogd
  5. hebben gelogd
  6. hebben gelogd
v.v.t.
  1. had gelogd
  2. had gelogd
  3. had gelogd
  4. hadden gelogd
  5. hadden gelogd
  6. hadden gelogd
o.t.t.t.
  1. zal loggen
  2. zult loggen
  3. zal loggen
  4. zullen loggen
  5. zullen loggen
  6. zullen loggen
o.v.t.t.
  1. zou loggen
  2. zou loggen
  3. zou loggen
  4. zouden loggen
  5. zouden loggen
  6. zouden loggen
en verder
  1. ben gelogd
  2. bent gelogd
  3. is gelogd
  4. zijn gelogd
  5. zijn gelogd
  6. zijn gelogd
diversen
  1. log!
  2. logt!
  3. gelogd
  4. loggend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor loggen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
jeter le loch loggen

Wiktionary: loggen

loggen
verb
  1. vaart bepalen

Verwante vertalingen van log



Frans

Uitgebreide vertaling voor log (Frans) in het Nederlands

logé:

logé bijvoeglijk naamwoord

  1. logé (hébergé)
    behuisd

Vertaal Matrix voor logé:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
behuisd hébergé; logé

Synoniemen voor "logé":