Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. overschoen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor overschoen (Nederlands) in het Frans

overschoen:

overschoen [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de overschoen
    le caoutchouc; la chaussure caoutchouc

Vertaal Matrix voor overschoen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
caoutchouc overschoen rubber
chaussure caoutchouc overschoen

Verwante woorden van "overschoen":

  • overschoenen

Wiktionary: overschoen

overschoen
noun
  1. schoeisel|nld een (vaak rubberen) schoen die ter bescherming tegen nat en vuil over een andere wordt aangetrokken
overschoen
noun
  1. Espèce de chaussure dont le dessus est de cuir, la semelle de bois. Dans sa forme ancienne, elle se mettait par-dessus les chaussons ou les souliers.

Cross Translation:
FromToVia
overschoen galoche; claque galosh — waterproof overshoe used to provide protection from rain or snow
overschoen guêtre spat — covering or decorative covering worn over a shoe