Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. pion:
  2. Wiktionary:
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. pion:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor pion (Nederlands) in het Frans

pion:

pion [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de pion
    le pion
    • pion [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor pion:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pion pion damschijf

Verwante woorden van "pion":

  • pionnen, pions

Wiktionary: pion

pion
noun
  1. een schaakstuk dat alleen recht vooruit kan lopen en schuin vooruit slaan
  2. een subatomair deeltje dat bestaat uit twee quarks en dus een boson is
pion
noun
  1. Pièce de jeu d’échecs
  2. physique|fr particule du type méson.

Cross Translation:
FromToVia
pion pion man — piece in board games
pion pion pawn — chess piece
pion pion pawn — someone who is being manipulated
pion pion pion — particle
pion pion Bauer — schwächste der Schachfiguren



Frans

Uitgebreide vertaling voor pion (Frans) in het Nederlands

pion:

pion [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le pion
    de pion
    • pion [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. le pion
    de damschijf

Vertaal Matrix voor pion:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
damschijf pion
pion pion

Synoniemen voor "pion":


Wiktionary: pion

pion
noun
  1. Pièce de jeu d’échecs
  2. physique|fr particule du type méson.
pion
noun
  1. een schaakstuk dat alleen recht vooruit kan lopen en schuin vooruit slaan
  2. een subatomair deeltje dat bestaat uit twee quarks en dus een boson is

Cross Translation:
FromToVia
pion pion; speelstuk man — piece in board games
pion pion pawn — chess piece
pion pion; kleine man pawn — someone who is being manipulated
pion pion pion — particle
pion pion Bauer — schwächste der Schachfiguren