Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. souplesse:
  2. Wiktionary:
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. souplesse:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor souplesse (Nederlands) in het Frans

souplesse:

souplesse [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de souplesse (lenigheid; soepelheid)
    la souplesse; la flexibilité

Vertaal Matrix voor souplesse:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
flexibilité lenigheid; soepelheid; souplesse aanpassingsvermogen; accommodatievermogen; buigbaarheid; buigzaamheid; flexibiliteit; soepelheid
souplesse lenigheid; soepelheid; souplesse buigbaarheid; buigzaamheid; flexibiliteit; soepelheid

Wiktionary: souplesse


Cross Translation:
FromToVia
souplesse flexibilité FlexibilitätTechnik: Eigenschaft von Körpern



Frans

Uitgebreide vertaling voor souplesse (Frans) in het Nederlands

souplesse:

souplesse [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la souplesse (flexibilité)
    de lenigheid; de soepelheid; de souplesse
  2. la souplesse (flexibilité)
    de flexibiliteit; de soepelheid; de buigzaamheid
  3. la souplesse (flexibilité)
    buigbaarheid

Vertaal Matrix voor souplesse:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
buigbaarheid flexibilité; souplesse
buigzaamheid flexibilité; souplesse
flexibiliteit flexibilité; souplesse
lenigheid flexibilité; souplesse
soepelheid flexibilité; souplesse indulgence
souplesse flexibilité; souplesse

Synoniemen voor "souplesse":


Wiktionary: souplesse

souplesse
noun
  1. qualité de ce qui est souple, de ce qui se plier aisément.

Verwante vertalingen van souplesse