Nederlands

Uitgebreide vertaling voor tip (Nederlands) in het Frans

tip:

tip [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de tip (aanwijzing; vingerwijzing; vingerwenk; wenk)
    la suggestion; le tuyau; l'éclaircissement; le signe de tête; le signe du doigt; la trace; le bout; le signe; le coin
  2. de tip
    le conseil
    • conseil [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tip:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bout aanwijzing; tip; vingerwenk; vingerwijzing; wenk aandeel; deel; deeltje; einde; finale; greep; kolf; onderdeeltje; part; stomp; stronk; teenstuk; uiteinde
coin aanwijzing; tip; vingerwenk; vingerwijzing; wenk hoekje; keg; keil; schuilhoekje; stekkie; straathoek; visplaats; viswater; wig
conseil tip advies; adviesraad; beraadslaging; conferentie; overleg; raad; raadgeving; samenkomst
signe aanwijzing; tip; vingerwenk; vingerwijzing; wenk bewijs; blijk; decoratie; eigenschap; ereteken; etiket; gebaar; geste; gesternte; herkenningsteken; iemand kenmerken; karakter; karakteristiek; karaktertrek; kenmerk; kenteken; knipoog; letter; letterteken; nummerplaat; onderscheiding; onderscheidingsteken; oogwenk; ridderorde; sein; seintje; signaal; sterrenbeeld; stigma; teken; wenk
signe de tête aanwijzing; tip; vingerwenk; vingerwijzing; wenk hoofdknik; sein; teken; wenk
signe du doigt aanwijzing; tip; vingerwenk; vingerwijzing; wenk
suggestion aanwijzing; tip; vingerwenk; vingerwijzing; wenk toespeling; verwijzing
trace aanwijzing; tip; vingerwenk; vingerwijzing; wenk afhankelijkheid op basis van spoor; glimp; vleugje; voetspoor
tuyau aanwijzing; tip; vingerwenk; vingerwijzing; wenk aanknopingspunt; aanwijzing; dakgoot; goot; pennenschacht
éclaircissement aanwijzing; tip; vingerwenk; vingerwijzing; wenk berichtgeving; informatie; inlichting; lichter worden; mededelingen; opheldering; opklaring; oplichten; toelichting; uiteenzetting; uitleg; verduidelijking; verheldering; verklaring

Verwante woorden van "tip":


Wiktionary: tip

tip
Cross Translation:
FromToVia
tip tuyau tip — piece of private information

tip vorm van tippen:

tippen werkwoord (tip, tipt, tipte, tipten, getipt)

  1. tippen (van iets in kennis stellen; informeren; op de hoogte brengen; )
    mettre au courant de; notifier; annoncer; inquiéter; faire connaître; porter à la connaissance de; mettre en garde contre; publier; s'annoncer
    • notifier werkwoord (notifie, notifies, notifions, notifiez, )
    • annoncer werkwoord (annonce, annonces, annonçons, annoncez, )
    • inquiéter werkwoord (inquiète, inquiètes, inquiétons, inquiétez, )
    • faire connaître werkwoord
    • publier werkwoord (publie, publies, publions, publiez, )
    • s'annoncer werkwoord
  2. tippen (aanstippen; aantippen)
    marquer; cocher; marquer d'un trait; marquer d'un point
    • marquer werkwoord (marque, marques, marquons, marquez, )
    • cocher werkwoord (coche, coches, cochons, cochez, )
    • marquer d'un trait werkwoord
    • marquer d'un point werkwoord

Conjugations for tippen:

o.t.t.
  1. tip
  2. tipt
  3. tipt
  4. tippen
  5. tippen
  6. tippen
o.v.t.
  1. tipte
  2. tipte
  3. tipte
  4. tipten
  5. tipten
  6. tipten
v.t.t.
  1. heb getipt
  2. hebt getipt
  3. heeft getipt
  4. hebben getipt
  5. hebben getipt
  6. hebben getipt
v.v.t.
  1. had getipt
  2. had getipt
  3. had getipt
  4. hadden getipt
  5. hadden getipt
  6. hadden getipt
o.t.t.t.
  1. zal tippen
  2. zult tippen
  3. zal tippen
  4. zullen tippen
  5. zullen tippen
  6. zullen tippen
o.v.t.t.
  1. zou tippen
  2. zou tippen
  3. zou tippen
  4. zouden tippen
  5. zouden tippen
  6. zouden tippen
en verder
  1. ben getipt
  2. bent getipt
  3. is getipt
  4. zijn getipt
  5. zijn getipt
  6. zijn getipt
diversen
  1. tip!
  2. tipt!
  3. getipt
  4. tippend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor tippen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
marquer aanstrepen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
annoncer informeren; inlichten; op de hoogte brengen; tippen; van iets in kennis stellen; verwittigen; waarschuwen aandienen; aankondigen; adverteren; afkondigen; aflezen; afroepen; annonceren; bekend maken; bekendmaken; berichten; decreteren; iets aankondigen; iets melden; in aantocht zijn; informeren; meedelen; melden; mening kenbaar maken; namen afroepen; nieuwsberichten omroepen; omroepen; openbaar maken; openbaren; oplezen; ordonneren; per advertentie aanbieden; per advertentie aankondigen; publiceren; rapporteren; uitbazuinen; uitbrengen; verkondigen; verordenen; verordineren; verslag uitbrengen; zich aandienen; zich voordoen
cocher aanstippen; aantippen; tippen aankruisen; aanstrepen; aantallen afstrepen; afvinken; merken; turven; vinken
faire connaître informeren; inlichten; op de hoogte brengen; tippen; van iets in kennis stellen; verwittigen; waarschuwen berichten; iets melden; informeren; meedelen; melden; rapporteren; verslag uitbrengen
inquiéter informeren; inlichten; op de hoogte brengen; tippen; van iets in kennis stellen; verwittigen; waarschuwen alarmeren; beangstigen; benauwen; ontstellen; verontrusten
marquer aanstippen; aantippen; tippen aankruisen; aanstrepen; afbakenen; afpalen; aftekenen; afvinken; afzetten; begrenzen; bevestigen; branden; brandmerken; contrasteren; ergens aan bevestigen; inbranden; karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; keurmerken; markeren; merken; omlijnen; stempel drukken op; taggen; typeren; van stigma's voorzien; vastmaken; vastzetten; vinken
marquer d'un point aanstippen; aantippen; tippen aanroeren; aanstippen; aanstrepen; afvinken; even aanraken; vinken
marquer d'un trait aanstippen; aantippen; tippen aanstrepen; afvinken; branden; brandmerken; inbranden; karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; markeren; typeren; van stigma's voorzien; vinken
mettre au courant de informeren; inlichten; op de hoogte brengen; tippen; van iets in kennis stellen; verwittigen; waarschuwen berichten; iets melden
mettre en garde contre informeren; inlichten; op de hoogte brengen; tippen; van iets in kennis stellen; verwittigen; waarschuwen alarmeren; ontstellen; verontrusten
notifier informeren; inlichten; op de hoogte brengen; tippen; van iets in kennis stellen; verwittigen; waarschuwen aanschrijven; aanzeggen; afkondigen; aflezen; afroepen; bekend maken; bekendmaken; iets aankondigen; kennis geven; konde doen; ontbieden; openbaar maken; oplezen; oproepen; sommeren
porter à la connaissance de informeren; inlichten; op de hoogte brengen; tippen; van iets in kennis stellen; verwittigen; waarschuwen bewust maken; informeren; kennisgeven van; zeggen
publier informeren; inlichten; op de hoogte brengen; tippen; van iets in kennis stellen; verwittigen; waarschuwen afkondigen; aflezen; afroepen; bekend maken; bekendmaken; lanceren; op de markt brengen; openbaar maken; openbaren; openen; openstellen; oplezen; posten; publiceren; toegankelijk maken; uitbrengen; uitgeven; vrijgeven
s'annoncer informeren; inlichten; op de hoogte brengen; tippen; van iets in kennis stellen; verwittigen; waarschuwen

Verwante woorden van "tippen":