Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. bruin:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bruiner (Nederlands) in het Frans

bruin:

bruin bijvoeglijk naamwoord

  1. bruin (bruin van kleur)
    brun; bronzé; tanné; hâlé
    • brun bijvoeglijk naamwoord
    • bronzé bijvoeglijk naamwoord
    • tanné bijvoeglijk naamwoord
    • hâlé bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor bruin:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bronzé bruin; bruin van kleur bruin door de zon; gebronsd; gebruind; zongebruind
brun bruin; bruin van kleur
hâlé bruin; bruin van kleur gebronsd; gebruind; zongebruind
tanné bruin; bruin van kleur gebronsd; gebruind; getaand; tanig; zongebruind

Verwante woorden van "bruin":

  • bruiner, bruinere, bruinst, bruinste, bruine

Verwante definities voor "bruin":

  1. kleur van koffie1
    • in de herfst worden de bladeren bruin1

Wiktionary: bruin

bruin
adjective
  1. De la couleur du marron clair tirant sur le noir, souvent en parlant des cheveux. (couleur)

Cross Translation:
FromToVia
bruin marron; brun brown — colour
bruin marron; brun brown — having brown colour
bruin brun; marron braun — eine dunkle Mischung aus gelb und rot

Computer vertaling door derden: