Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. venten:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gevent (Nederlands) in het Frans

gevent vorm van venten:

venten werkwoord (vent, ventte, ventten, gevent)

  1. venten (huis-aan-huis-verkopen; leuren)
    colporter; vendre porte-à-porte
    • colporter werkwoord (colporte, colportes, colportons, colportez, )

Conjugations for venten:

o.t.t.
  1. vent
  2. vent
  3. vent
  4. venten
  5. venten
  6. venten
o.v.t.
  1. ventte
  2. ventte
  3. ventte
  4. ventten
  5. ventten
  6. ventten
v.t.t.
  1. heb gevent
  2. hebt gevent
  3. heeft gevent
  4. hebben gevent
  5. hebben gevent
  6. hebben gevent
v.v.t.
  1. had gevent
  2. had gevent
  3. had gevent
  4. hadden gevent
  5. hadden gevent
  6. hadden gevent
o.t.t.t.
  1. zal venten
  2. zult venten
  3. zal venten
  4. zullen venten
  5. zullen venten
  6. zullen venten
o.v.t.t.
  1. zou venten
  2. zou venten
  3. zou venten
  4. zouden venten
  5. zouden venten
  6. zouden venten
diversen
  1. vent!
  2. vent!
  3. gevent
  4. ventend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor venten:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
colporter huis-aan-huis-verkopen; leuren; venten colporteren; doorgeven; doorspelen; doorvertellen; klikken; rondbrieven; rondvertellen; uitventen; verklappen; verklikken; verlinken; verraden
vendre porte-à-porte huis-aan-huis-verkopen; leuren; venten huis-aan-huis verkopen

Verwante woorden van "venten":


Computer vertaling door derden: