Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. pluk:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor plukje (Nederlands) in het Frans

pluk:

pluk [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de pluk (opbrengst van gewas; oogst; wijnoogst)
    la récolte; la cueillette; la vendange
  2. de pluk (wijnoogst; oogst; druivenoogst)
    la récolte; la vendange; la cueillette; la moisson; la récolte du vin
  3. de pluk (oogst; wijnoogst)
    la récolte; la vendange

Vertaal Matrix voor pluk:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cueillette druivenoogst; oogst; opbrengst van gewas; pluk; wijnoogst
moisson druivenoogst; oogst; pluk; wijnoogst graanoogst; graanproductie; oogst; opbrengst van een gewas
récolte druivenoogst; oogst; opbrengst van gewas; pluk; wijnoogst oogst; opbrengst van een gewas
récolte du vin druivenoogst; oogst; pluk; wijnoogst
vendange druivenoogst; oogst; opbrengst van gewas; pluk; wijnoogst oogst; opbrengst van een gewas

Verwante woorden van "pluk":


Wiktionary: pluk

pluk
noun
  1. action de cueillir.
  2. Traductions à trier suivant le sens

Cross Translation:
FromToVia
pluk touffe tuft — bunch