Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. visite:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor visites (Nederlands) in het Frans

visite:

visite [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de visite (bezoek; aanloop)
    la visite; la visite à domicile

Vertaal Matrix voor visite:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
visite aanloop; bezoek; visite bezichtigen; bezichtiging; doktersbezoek; huisbezoek; opwachting; visitatie; ziekenbezoek
visite à domicile aanloop; bezoek; visite doktersbezoek; huisbezoek; ziekenbezoek

Verwante woorden van "visite":

  • visites

Wiktionary: visite

visite
noun
  1. Action d’aller voir quelqu’un par civilité ou par devoir. (Sens général).