Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. zomen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor zoomde (Nederlands) in het Frans

zomen:

zomen werkwoord (zoom, zoomt, zoomde, zoomden, gezoomd)

  1. zomen
    border; ourler; encadrer
    • border werkwoord (borde, bordes, bordons, bordez, )
    • ourler werkwoord (ourle, ourles, ourlons, ourlez, )
    • encadrer werkwoord (encadre, encadres, encadrons, encadrez, )

Conjugations for zomen:

o.t.t.
  1. zoom
  2. zoomt
  3. zoomt
  4. zomen
  5. zomen
  6. zomen
o.v.t.
  1. zoomde
  2. zoomde
  3. zoomde
  4. zoomden
  5. zoomden
  6. zoomden
v.t.t.
  1. heb gezoomd
  2. hebt gezoomd
  3. heeft gezoomd
  4. hebben gezoomd
  5. hebben gezoomd
  6. hebben gezoomd
v.v.t.
  1. had gezoomd
  2. had gezoomd
  3. had gezoomd
  4. hadden gezoomd
  5. hadden gezoomd
  6. hadden gezoomd
o.t.t.t.
  1. zal zomen
  2. zult zomen
  3. zal zomen
  4. zullen zomen
  5. zullen zomen
  6. zullen zomen
o.v.t.t.
  1. zou zomen
  2. zou zomen
  3. zou zomen
  4. zouden zomen
  5. zouden zomen
  6. zouden zomen
diversen
  1. zoom!
  2. zoomt!
  3. gezoomd
  4. zomend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

zomen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de zomen
    l'action d'ourler

Vertaal Matrix voor zomen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
action d'ourler zomen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
border zomen afzetten; iemand instoppen; instoppen; omboorden; omranden; omzomen; toedekken
encadrer zomen afzetten; inlijsten; inramen; omboorden; omkaderen; omlijsten; omranden
ourler zomen

Verwante woorden van "zomen":


Wiktionary: zomen

zomen
verb
  1. faire un ourlet à du linge ou à quelque autre étoffe

Cross Translation:
FromToVia
zomen ourler hem — to put hem on an article of clothing

Computer vertaling door derden: