Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor nou (Nederlands) in het Frans

nou:

nou bijwoord

  1. nou (op dit moment; momenteel; nu; tegenwoordig)
    maintenant; en ce moment; à présent; aujourd'hui; à l'instant

Vertaal Matrix voor nou:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- nu
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aujourd'hui momenteel; nou; nu; op dit moment; tegenwoordig heden; thans; vandaag; vandaag de dag
en ce moment momenteel; nou; nu; op dit moment; tegenwoordig momenteel; nu; op het moment; thans; van het ogenblik; voor het moment
maintenant momenteel; nou; nu; op dit moment; tegenwoordig thans
à l'instant momenteel; nou; nu; op dit moment; tegenwoordig daarnet; dadelijk; direct; juist; net; ogenblikkelijk; onverwijld; pas; zo meteen; zojuist; zonet; zoëven
à présent momenteel; nou; nu; op dit moment; tegenwoordig heden; vandaag de dag

Synoniemen voor "nou":


Antoniemen van "nou":


Verwante definities voor "nou":

  1. op dit moment1
    • ik wil het nou weten!1

Wiktionary: nou

nou
adverb
  1. op dit moment
nou
interj
  1. exprimer la surprise ou l’admiration à l’instar de « eh ».
  1. -

Cross Translation:
FromToVia
nou hein huh — to reinforce a question
nou maintenant now — at the present time
nou ha; oh; ah why — exclamation of surprise

Verwante vertalingen van nou



Frans

Uitgebreide vertaling voor nou (Frans) in het Nederlands

noué:

noué bijvoeglijk naamwoord

  1. noué (uni; lié; allié; )
    samenhangend; verbonden; verenigd; een eenheid vormend; aaneengesloten
  2. noué (lié; attaché; enchaîné; fixé; amarré)
    vastgebonden; geboeid
  3. noué
    gestrikt
  4. noué (attaché; lié; fixé)
    vastgemaakt

Vertaal Matrix voor noué:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
verbonden alliances; ligues; unions
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aaneengesloten allié; lié; noué; réuni; unanime; unanimement; uni continuel; continuelle; continuellement; enfilé; incessant; ininterrompu; permanent; perpétuellement; sans cesse; suivant; uni; à bandes
samenhangend allié; lié; noué; réuni; unanime; unanimement; uni cohérent; connexe; en rapport
verbonden allié; lié; noué; réuni; unanime; unanimement; uni attaché; collé; fixé
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
een eenheid vormend allié; lié; noué; réuni; unanime; unanimement; uni
geboeid amarré; attaché; enchaîné; fixé; lié; noué assujetti; enchaîné; fasciné; intrigué; passionné
gestrikt noué
vastgebonden amarré; attaché; enchaîné; fixé; lié; noué
vastgemaakt attaché; fixé; lié; noué
verenigd allié; lié; noué; réuni; unanime; unanimement; uni

Synoniemen voor "noué":