Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. ontsteking:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor ontsteking in het Nederlands

ontsteking:

ontsteking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de ontsteking
    de ontsteking; de infectie
  2. de ontsteking
    de ontsteking; de lont
    • ontsteking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • lont [de ~] zelfstandig naamwoord
  3. de ontsteking
    – plaats op je lichaam die rood en opgezwollen is door bacteriën 1
    de ontsteking; de infectie
    – plaats op je lichaam die rood en opgezwollen is door bacteriën 1
    • ontsteking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
      • ik heb een ontsteking aan mijn vinger1
    • infectie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
      • er is een infectie bij de wond gekomen1
  4. de ontsteking
    – onderdeel van de motor dat de brandstof doet branden 1
    de ontsteking
    – onderdeel van de motor dat de brandstof doet branden 1
    • ontsteking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
      • de ontsteking van deze auto doet het niet1

Verwante woorden van "ontsteking":

  • ontstekingen

Alternatieve synoniemen voor "ontsteking":


Verwante definities voor "ontsteking":

  1. plaats op je lichaam die rood en opgezwollen is door bacteriën1
    • ik heb een ontsteking aan mijn vinger1
  2. onderdeel van de motor dat de brandstof doet branden1
    • de ontsteking van deze auto doet het niet1

Verwante synoniemen voor ontsteking