Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. overschreeuwen:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor overschreeuwen in het Nederlands

overschreeuwen:

overschreeuwen werkwoord (overschreeuw, overschreeuwt, overschreeuwde, overschreeuwden, overschreeuwd)

  1. overschreeuwen
    overschreeuwen
    • overschreeuwen werkwoord (overschreeuw, overschreeuwt, overschreeuwde, overschreeuwden, overschreeuwd)

Conjugations for overschreeuwen:

o.t.t.
  1. overschreeuw
  2. overschreeuwt
  3. overschreeuwt
  4. overschreeuwen
  5. overschreeuwen
  6. overschreeuwen
o.v.t.
  1. overschreeuwde
  2. overschreeuwde
  3. overschreeuwde
  4. overschreeuwden
  5. overschreeuwden
  6. overschreeuwden
v.t.t.
  1. heb overschreeuwd
  2. hebt overschreeuwd
  3. heeft overschreeuwd
  4. hebben overschreeuwd
  5. hebben overschreeuwd
  6. hebben overschreeuwd
v.v.t.
  1. had overschreeuwd
  2. had overschreeuwd
  3. had overschreeuwd
  4. hadden overschreeuwd
  5. hadden overschreeuwd
  6. hadden overschreeuwd
o.t.t.t.
  1. zal overschreeuwen
  2. zult overschreeuwen
  3. zal overschreeuwen
  4. zullen overschreeuwen
  5. zullen overschreeuwen
  6. zullen overschreeuwen
o.v.t.t.
  1. zou overschreeuwen
  2. zou overschreeuwen
  3. zou overschreeuwen
  4. zouden overschreeuwen
  5. zouden overschreeuwen
  6. zouden overschreeuwen
en verder
  1. ben overschreeuwd
  2. bent overschreeuwd
  3. is overschreeuwd
  4. zijn overschreeuwd
  5. zijn overschreeuwd
  6. zijn overschreeuwd
diversen
  1. overschreeuw!
  2. overschreeuwt!
  3. overschreeuwd
  4. overschreeuwend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze