Overzicht


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor schuwheid in het Nederlands

schuwheid:

schuwheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de schuwheid
    de schuwheid; de eenkennigheid
  2. de schuwheid
    de verlegenheid; de bedeesdheid; de timiditeit; de schroom; de geslotenheid; de schuwheid

Verwante woorden van "schuwheid":


schuwheid vorm van schuw:

schuw bijvoeglijk naamwoord

  1. schuw
    schuw; kopschuw

Verwante woorden van "schuw":