Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. kammen:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor kamde in het Nederlands

kammen:

kammen werkwoord (kam, kamt, kamde, kamden, gekamd)

  1. kammen
    kammen
    • kammen werkwoord (kam, kamt, kamde, kamden, gekamd)

Conjugations for kammen:

o.t.t.
  1. kam
  2. kamt
  3. kamt
  4. kammen
  5. kammen
  6. kammen
o.v.t.
  1. kamde
  2. kamde
  3. kamde
  4. kamden
  5. kamden
  6. kamden
v.t.t.
  1. heb gekamd
  2. hebt gekamd
  3. heeft gekamd
  4. hebben gekamd
  5. hebben gekamd
  6. hebben gekamd
v.v.t.
  1. had gekamd
  2. had gekamd
  3. had gekamd
  4. hadden gekamd
  5. hadden gekamd
  6. hadden gekamd
o.t.t.t.
  1. zal kammen
  2. zult kammen
  3. zal kammen
  4. zullen kammen
  5. zullen kammen
  6. zullen kammen
o.v.t.t.
  1. zou kammen
  2. zou kammen
  3. zou kammen
  4. zouden kammen
  5. zouden kammen
  6. zouden kammen
en verder
  1. ben gekamd
  2. bent gekamd
  3. is gekamd
  4. zijn gekamd
  5. zijn gekamd
  6. zijn gekamd
diversen
  1. kam!
  2. kamt!
  3. gekamd
  4. kammend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwante woorden van "kammen":