Nederlands

Uitgebreide vertaling voor waarheid (Nederlands) in het Zweeds

waarheid:

waarheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de waarheid
    sanning
    • sanning [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor waarheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sanning waarheid

Verwante woorden van "waarheid":


Antoniemen van "waarheid":


Verwante definities voor "waarheid":

  1. wat in werkelijkheid zo is1
    • lieg niet tegen me, vertel me de waarheid1

Wiktionary: waarheid


Cross Translation:
FromToVia
waarheid sanning Wahrheit — was wahr ist, was Bestand hat; was wirklich der Fall ist, was zutrifft; von Sätzen: Gültigkeit, Korrektheit; von Aussagen: Unverfälschtheit, umfassende Natur. Man unterscheidet absolute Wahrheit (zeitlos wahr) und relative Wahrheit (temporär wahr)
waarheid sanning; sanningshalt truth — conformity to fact or reality
waarheid sanning truth — true facts
waarheid sanning; verklighet truth — that which is real
waarheid sanning truth — something acknowledged to be true
waarheid sanning; riktighet; princip; axiom véritécaractère de ce qui est vrai, conformité d’un récit, d’une relation avec un fait, de ce que l’on dire avec ce que l’on penser.

waar:

waar [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de waar (voorwerpen; artikelen; koopwaar)
    artiklar; produkter; gods; handelsvaror
  2. de waar (koopwaar; handelswaar; nering; )
    vara; handelsvara
  3. de waar (spullen; dingen; zaakjes; zaken; goedje)
    artiklar; grejor; saker
  4. de waar (koopwaar; handelswaar; waren; goederen)
    gods; varor; handelsvaror

waar bijvoeglijk naamwoord

  1. waar (kloppend; juist; precies; uitgerekend)
    riktighet
  2. waar (waarachtig; werkelijk)
    verkligt; verklig
  3. waar (heus; effectief; reëel; )
    säkerligen; riktig

waar

  1. waar

Vertaal Matrix voor waar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
artiklar artikelen; dingen; goedje; koopwaar; spullen; voorwerpen; waar; zaakjes; zaken lidwoorden
gods artikelen; goederen; handelswaar; koopwaar; voorwerpen; waar; waren belading; goedje; lading; last; materiaal; riddergoed; spul; vracht; vrachtgoed
grejor dingen; goedje; spullen; waar; zaakjes; zaken bezittingen; eigendommen; goed; kleren
handelsvara handel; handelswaar; klandizie; koophandel; koopwaar; nering; waar handelsartikel; handelsproduct
handelsvaror artikelen; goederen; handelswaar; koopwaar; voorwerpen; waar; waren goederen; handelsgoederen; handelswaar; koopmansgoederen; koopwaar
produkter artikelen; koopwaar; voorwerpen; waar
riktighet correctheid; gelijk; nauwlettendheid
saker dingen; goedje; spullen; waar; zaakjes; zaken bezittingen; eigendommen
säkerligen zakelijkheid
vara handel; handelswaar; klandizie; koophandel; koopwaar; nering; waar basisproduct; product
varor goederen; handelswaar; koopwaar; waar; waren goederen; goedheid; handelsgoederen; handelswaar; koopwaar
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
verklig waar; waarachtig; werkelijk beslist; echt; echte; geheid; gewis; heus; materieel; reëel; stellig; stoffelijk; vast en zeker; voorzeker; waarachtig; waarlijk; wel degelijk; welzeker; werkelijk; werkelijke; zeker
- echt; heus; natuurlijk; werkelijk
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
varthän waar
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
riktig echt; effectief; heus; metterdaad; reëel; waar; waarachtig; warempel; werkelijk accuraat; correct; gepaste; geschikte; goed; juist; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; precies; secuur
riktighet juist; kloppend; precies; uitgerekend; waar
säkerligen echt; effectief; heus; metterdaad; reëel; waar; waarachtig; warempel; werkelijk beslist; heel zeker
verkligt waar; waarachtig; werkelijk daadwerkelijk; echt; echte; materieel; metterdaad; onvervalst; stoffelijk; werkelijke; zowaar

Verwante woorden van "waar":


Synoniemen voor "waar":


Verwante definities voor "waar":

  1. precies als in de werkelijkheid1
    • het is een waar gebeurd verhaal1
  2. op welke plaats1
    • waar woon je?1
  3. spullen die je te koop aanbiedt1
    • de marktkoopman stalde zijn waren uit1

Wiktionary: waar

waar
adverb
  1. op welke plaats

Cross Translation:
FromToVia
waar gods; vara goods — that which is produced, traded, bought or sold
waar sann; verklig real — that can be characterized as a confirmation of truth
waar sann true — concurring with a given set of facts
waar sann true — A state in Boolean logic that indicates an affirmative or positive result
waar sann true — Legitimate
waar där; var where — at or in which place
waar var; vart; varifrån where — at what place; to what place; from what place
waar där where — the place in which
waar vara Ware — durch Handel oder Tausch erwerbbares Gut
waar vara denrée — Tout ce qui se vendre pour la nourriture des hommes ou des animaux, marchandise.
waar vara marchandise — Ce qui se vendre, se débiter, soit en gros, soit en détail, dans les boutiques, magasins, foires, marchés, etc.
waar alster; verk; produkt; avkastning; vinst; vara produitrésultat créatif de l’activité humaine.
waar verklig; faktisk; real-; fastighets-; reell réelvéritable, effectif, vrai, sans fiction ni figure.
waar sann vrai — Qui est conforme à la vérité, à ce qui est réellement.

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van waarheid