Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. dutje:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor dutje (Nederlands) in het Zweeds

dutje:

dutje [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het dutje (tukje; uiltje)
    tupplur
    • tupplur [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor dutje:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tupplur dutje; tukje; uiltje dommel; dutten; gedut; hazenslaap; hazenslaapje

Wiktionary: dutje


Cross Translation:
FromToVia
dutje tupplur nap — a short period of sleep, especially during the day

Verwante vertalingen van dutje