Nederlands

Uitgebreide vertaling voor hol (Nederlands) in het Zweeds

hol:

hol [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de hol (hol van een dier; leger; schuilplaats)
    håla; mysrum
    • håla [-en] zelfstandig naamwoord
    • mysrum [-ett] zelfstandig naamwoord
  2. de hol (holle ruimte)
    nisch; hålrum; hålighet
  3. de hol (spelonk; grot)
    grotta; håla; jordkula
    • grotta [-en] zelfstandig naamwoord
    • håla [-en] zelfstandig naamwoord
    • jordkula zelfstandig naamwoord

hol bijvoeglijk naamwoord

  1. hol (nietszeggend; inhoudsloos; leeg)
    tomt; meningslös; meningslöst; intetsägande; betydelselöst; innehållslös; innehållslöst

Vertaal Matrix voor hol:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
grotta grot; hol; spelonk
håla grot; hol; hol van een dier; leger; schuilplaats; spelonk gewrichtsholte; gewrichtskom; hok; hut; hutje; kom; nest
hålighet hol; holle ruimte barst; gat; gewrichtsholte; gewrichtskom; groef; holheid; inkeping; kloof; kom; kuil; leegheid; opening; reet; scheur; split; uitholling; uitsparing; voosheid
hålrum hol; holle ruimte
jordkula grot; hol; spelonk
mysrum hol; hol van een dier; leger; schuilplaats
nisch hol; holle ruimte holte; niche; nis
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
betydelselöst hol; inhoudsloos; leeg; nietszeggend nutteloos; zinloos; zonder nut
innehållslös hol; inhoudsloos; leeg; nietszeggend inhoudsloos; leeg; luchtledig; vacuum
innehållslöst hol; inhoudsloos; leeg; nietszeggend inhoudsloos; leeg; luchtledig; vacuum
intetsägande hol; inhoudsloos; leeg; nietszeggend
meningslös hol; inhoudsloos; leeg; nietszeggend ijdel; nutteloos; onbeduidend; onzinnig; vruchteloos; zinledig; zinloos; zonder nut
meningslöst hol; inhoudsloos; leeg; nietszeggend futiel; ijdel; nietsbetekenend; nietszeggend; nutteloos; onbeduidend; onbelangrijk; onbenullig; onbetekenend; onzinnig; triviaal; vruchteloos; weinigzeggend; zinledig; zinloos; zonder nut
tomt hol; inhoudsloos; leeg; nietszeggend blanco; ijdel; inhoudsloos; ledig; leeg; loos; luchtledig; onbeschreven; onbezet; ongevuld; oningevuld; vacuum; zonder inhoud

Verwante woorden van "hol":


Antoniemen van "hol":


Verwante definities voor "hol":

  1. ruimte van dier onder de grond1
    • konijnen leven in een hol1
  2. wat een lege ruimte in zich heeft1
    • de oude boom was hol1

Wiktionary: hol


Cross Translation:
FromToVia
hol gryt; jordkula burrow — A tunnel or hole
hol grotta cave — large, naturally occurring cavity formed underground
hol grotta cavern — large cave
hol jordkula; håla; gryt den — home of certain animals
hol ihålig hollow — having an empty space inside
hol håla; grotta HöhleGeologie: durch natürliche Prozesse entstandene, für Menschen zugänglicher hohler Raum in der Erdkruste, der relativ nah an der Oberfläche ist und teilweise oder ganz von Gestein umgeben ist
hol tom vide — Qui ne contenir rien ; qui est totalement dépourvoir de.

hol vorm van hollen:

hollen werkwoord (hol, holt, holde, holden, gehold)

  1. hollen (hard rennen; pezen; sprinten; draven)
    springa
    • springa werkwoord (springer, sprang, sprungit)
  2. hollen (rennen; racen)
    kila; skutta
    • kila werkwoord (kilar, kilade, kilat)
    • skutta werkwoord (skuttar, skuttade, skuttat)

Conjugations for hollen:

o.t.t.
  1. hol
  2. holt
  3. holt
  4. hollen
  5. hollen
  6. hollen
o.v.t.
  1. holde
  2. holde
  3. holde
  4. holden
  5. holden
  6. holden
v.t.t.
  1. heb gehold
  2. hebt gehold
  3. heeft gehold
  4. hebben gehold
  5. hebben gehold
  6. hebben gehold
v.v.t.
  1. had gehold
  2. had gehold
  3. had gehold
  4. hadden gehold
  5. hadden gehold
  6. hadden gehold
o.t.t.t.
  1. zal hollen
  2. zult hollen
  3. zal hollen
  4. zullen hollen
  5. zullen hollen
  6. zullen hollen
o.v.t.t.
  1. zou hollen
  2. zou hollen
  3. zou hollen
  4. zouden hollen
  5. zouden hollen
  6. zouden hollen
en verder
  1. ben gehold
  2. bent gehold
  3. is gehold
  4. zijn gehold
  5. zijn gehold
  6. zijn gehold
diversen
  1. hol!
  2. holt!
  3. gehold
  4. hollend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

hollen [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. hollen (hardlopen; rennen; zich snel voortbewegen; snellen)
    racande

Vertaal Matrix voor hollen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
racande hardlopen; hollen; rennen; snellen; zich snel voortbewegen
springa gleuf; kier; kiertje; kloof; opening; sleuf; spleet; tussenruimte; uitsparing
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kila hollen; racen; rennen
skutta hollen; racen; rennen dartelen; hoppen; huppelen
springa draven; hard rennen; hollen; pezen; sprinten hardlopen; rennen; sjezen; snel gaan

Verwante woorden van "hollen":


Wiktionary: hollen


Cross Translation:
FromToVia
hollen löpa; springa laufenvon Lebewesen allgemein: sich schnell auf den Beinen (selten: anderen Gliedmaßen) fortbewegen
hollen kila; raka courir — Se déplacer rapidement, avec impétuosité, par un mouvement alternatif des jambes ou des pattes, n'ayant pendant un court instant aucun appui au sol.

Verwante vertalingen van hol