Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. fles:
  2. flessen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor fles (Nederlands) in het Zweeds

fles:

fles [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de fles (wijnfles)
    vin flaska

Vertaal Matrix voor fles:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vin flaska fles; wijnfles

Verwante woorden van "fles":


Verwante definities voor "fles":

  1. hol voorwerp met brede buik, meestal van glas1
    • ik heb een fles wijn gekocht1

Wiktionary: fles


Cross Translation:
FromToVia
fles flaska bottle — contents of such a container
fles flaska bottle — container used for holding liquids
fles flaska; nappflaska bottle — container with a rubber nipple used for giving liquids to infants
fles flaska; butelj Flasche — ein Gefäß zur Aufbewahrung und zum Transport von Flüssigkeiten oder auch Gasen mit charakteristischer bauchiger, zylindrischer, quaderförmiger oder ähnlicher Form (mit Hals) aus verschiedenem Material wie Glas, Plastik, Metall, Keramik
fles skål; stop; ; urna; kista; lår; färja bac — Traductions à trier suivant le sens
fles skål; stop; ; urna; kar baquet — Petit cuvier de bois qui a les bords assez bas.
fles butelj; flaska bouteille — Récipient destiné à contenir un liquide

fles vorm van flessen:

flessen werkwoord (fles, flest, fleste, flesten, geflest)

  1. flessen (bedrogen worden; afzetten; oplichten)
    bli lurad; bli duperad; bli bedragen
    • bli lurad werkwoord (blir lurad, blev lurad, blivit lurad)
    • bli duperad werkwoord (blir duperad, blev duperad, blivit duperad)
    • bli bedragen werkwoord (blir bedragen, blev bedragen, blivit bedragen)

Conjugations for flessen:

o.t.t.
  1. fles
  2. flest
  3. flest
  4. flessen
  5. flessen
  6. flessen
o.v.t.
  1. fleste
  2. fleste
  3. fleste
  4. flesten
  5. flesten
  6. flesten
v.t.t.
  1. heb geflest
  2. hebt geflest
  3. heeft geflest
  4. hebben geflest
  5. hebben geflest
  6. hebben geflest
v.v.t.
  1. had geflest
  2. had geflest
  3. had geflest
  4. hadden geflest
  5. hadden geflest
  6. hadden geflest
o.t.t.t.
  1. zal flessen
  2. zult flessen
  3. zal flessen
  4. zullen flessen
  5. zullen flessen
  6. zullen flessen
o.v.t.t.
  1. zou flessen
  2. zou flessen
  3. zou flessen
  4. zouden flessen
  5. zouden flessen
  6. zouden flessen
en verder
  1. ben geflest
  2. bent geflest
  3. is geflest
  4. zijn geflest
  5. zijn geflest
  6. zijn geflest
diversen
  1. fles!
  2. flest!
  3. geflest
  4. flessend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor flessen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bli bedragen afzetten; bedrogen worden; flessen; oplichten
bli duperad afzetten; bedrogen worden; flessen; oplichten
bli lurad afzetten; bedrogen worden; flessen; oplichten

Verwante woorden van "flessen":