Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. hel:
  2. hellen:
  3. Wiktionary:
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. hel:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor hel (Nederlands) in het Zweeds

hel:

hel [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de hel (duisternis)
    helvete; möker
    • helvete [-ett] zelfstandig naamwoord !
    • möker zelfstandig naamwoord

hel bijvoeglijk naamwoord

  1. hel
    stark; bländande; starkt

Vertaal Matrix voor hel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
helvete duisternis; hel
möker duisternis; hel
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bländande hel glansrijk; schitterend
stark hel ferm; flink; fors; fysiek sterk; geconcentreerd; krachtig; potig; sterk; stevig; van sterk gehalte
starkt hel alcoholisch; ferm; flink; fors; fysiek sterk; geestrijk; krachtig; potig; rijk aan alcohol; sterk; stevig

Verwante woorden van "hel":


Wiktionary: hel

hel
noun
  1. een plek waar de ziel van daartoe veroordeelde overledenen naar toe gaan

Cross Translation:
FromToVia
hel helvete hell — place of suffering in life
hel helvete hell — where sinners go
hel helvete perdition — hell
hel klar; tydlig; ljus clair — Qui a l’éclat du jour, de la lumière.
hel helvete enfer — Religion

hel vorm van hellen:

hellen werkwoord (hel, helt, helde, helden, geheld)

  1. hellen (voorover buigen; overhellen; voorover hellen)
    hänga över; luta framåt
    • hänga över werkwoord (hänger över, hängde över, hängt över)
    • luta framåt werkwoord (lutar framåt, lutade framåt, lutat framåt)

Conjugations for hellen:

o.t.t.
  1. hel
  2. helt
  3. helt
  4. hellen
  5. hellen
  6. hellen
o.v.t.
  1. helde
  2. helde
  3. helde
  4. helden
  5. helden
  6. helden
v.t.t.
  1. heb geheld
  2. hebt geheld
  3. heeft geheld
  4. hebben geheld
  5. hebben geheld
  6. hebben geheld
v.v.t.
  1. had geheld
  2. had geheld
  3. had geheld
  4. hadden geheld
  5. hadden geheld
  6. hadden geheld
o.t.t.t.
  1. zal hellen
  2. zult hellen
  3. zal hellen
  4. zullen hellen
  5. zullen hellen
  6. zullen hellen
o.v.t.t.
  1. zou hellen
  2. zou hellen
  3. zou hellen
  4. zouden hellen
  5. zouden hellen
  6. zouden hellen
en verder
  1. is geheld
  2. zijn geheld
diversen
  1. hel!
  2. helt!
  3. geheld
  4. hellend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor hellen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hänga över hellen; overhellen; voorover buigen; voorover hellen
luta framåt hellen; overhellen; voorover buigen; voorover hellen voorover hangen; voorover leunen

Verwante woorden van "hellen":


Wiktionary: hellen


Cross Translation:
FromToVia
hellen kränga heel — incline

Verwante vertalingen van hel



Zweeds

Uitgebreide vertaling voor hel (Zweeds) in het Nederlands

hel:

hel bijvoeglijk naamwoord

  1. hel
    hele; heel
    • hele bijvoeglijk naamwoord
    • heel bijvoeglijk naamwoord
  2. hel (helt; felfri; felfritt; oskadat)
    gaaf; puntgaaf; onaangetast
  3. hel (intakt; helt; intaktt; oskadat)
    heel; gaaf; intact
    • heel bijvoeglijk naamwoord
    • gaaf bijvoeglijk naamwoord
    • intact bijvoeglijk naamwoord
  4. hel (helt)
    voluit

Vertaal Matrix voor hel:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gaaf felfri; felfritt; hel; helt; intakt; intaktt; oskadat fantastisk; fantastiskt; genial; genialt; häftig; häftigt; orörd; orört; oskuldsfullt; otroligt; ren; rent; superbt; tuff; tufft
heel hel; helt; intakt; intaktt; oskadat
hele hel
intact hel; helt; intakt; intaktt; oskadat
onaangetast felfri; felfritt; hel; helt; oskadat fräscht; inte bortskämd; nytt; oanvänd; oanvänt; orörd; orört; oöppnad; oöppnat
puntgaaf felfri; felfritt; hel; helt; oskadat
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
voluit hel; helt

Synoniemen voor "hel":


Wiktionary: hel


Cross Translation:
FromToVia
hel heel; hele all — throughout the whole of (a stated period of time)
hel integraal integral — constituting a whole together with other parts or factors; not omittable or removable
hel heel whole — entire
hel compleet; gans; heel; geheel; vol; volkomen; volslagen; totaal; volledig entier — Qui a toutes ses parties, ou que l’on considérer dans toute son étendue.

Verwante vertalingen van hel