Nederlands

Uitgebreide vertaling voor uitstekend (Nederlands) in het Zweeds

uitstekend:

uitstekend bijvoeglijk naamwoord

  1. uitstekend (volmaakt; uitmuntend; voortreffelijk; perfect; patent)
    perfekt; fullständig; fullständigt; fulländad; fullkomligt; fulländat
  2. uitstekend (grandioos; groots; geweldig; )
    väldigt; stor; storslagen; storslaget; storartat; stort
  3. uitstekend (ongeëvenaard; onovertroffen; ongekend; )
    oöverträffat; makalös; makalöst; ouppnått; ouppnådd; utan motstycket
  4. uitstekend (heerlijk; kostelijk; voortreffelijk)
    utmärkt; underbart; förträfflig; förträffligt; underbar; superbt
  5. uitstekend (voortreffelijk; subliem; superbe; )
    förstklassigt; exellent; perfekt
  6. uitstekend (eersterangs; eersteklas; tot de beste klasse behorend; top)
    förstklassigt; exemplarisk; exemplariskt

Vertaal Matrix voor uitstekend:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
perfekt uitnemendheid; voortreffelijkheid
underbar saletjonker; salonheld
utmärkt saletjonker; salonheld
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- best
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
exellent briljant; excellent; puik; subliem; superbe; uitgelezen; uitgezocht; uitmuntend; uitnemend; uitstekend; voortreffelijk
exemplarisk eersteklas; eersterangs; top; tot de beste klasse behorend; uitstekend
exemplariskt eersteklas; eersterangs; top; tot de beste klasse behorend; uitstekend modelmatig; voorbeeldig
fullkomligt patent; perfect; uitmuntend; uitstekend; volmaakt; voortreffelijk afgerond; baarlijk; gecompleteerd
fullständig patent; perfect; uitmuntend; uitstekend; volmaakt; voortreffelijk af; afgelopen; algeheel; beëindigd; compleet; gedaan; gepleegd; gereed; geëindigd; klaar; kompleet; over; uit; volkomen; volledig; volslagen; voltooid; voorbij
fullständigt patent; perfect; uitmuntend; uitstekend; volmaakt; voortreffelijk af; afgelopen; afgerond; algeheel; baarlijk; beëindigd; compleet; gecompleteerd; gedaan; gepleegd; gereed; geëindigd; integraal; klaar; kompleet; over; uit; volkomen; volledig; volslagen; voltooid; voorbij
fulländad patent; perfect; uitmuntend; uitstekend; volmaakt; voortreffelijk
fulländat patent; perfect; uitmuntend; uitstekend; volmaakt; voortreffelijk
förstklassigt briljant; eersteklas; eersterangs; excellent; puik; subliem; superbe; top; tot de beste klasse behorend; uitgelezen; uitgezocht; uitmuntend; uitnemend; uitstekend; voortreffelijk eerste klasse
förträfflig heerlijk; kostelijk; uitstekend; voortreffelijk ideaal; perfect; volmaakt
förträffligt heerlijk; kostelijk; uitstekend; voortreffelijk hoogwaardig; ideaal; perfect; prima; van goede kwaliteit; volmaakt
makalös ongekend; ongeëvenaard; onovertroffen; onvergelijkelijk; onvolprezen; uitstekend; weergaloos
makalöst ongekend; ongeëvenaard; onovertroffen; onvergelijkelijk; onvolprezen; uitstekend; weergaloos
ouppnådd ongekend; ongeëvenaard; onovertroffen; onvergelijkelijk; onvolprezen; uitstekend; weergaloos
ouppnått ongekend; ongeëvenaard; onovertroffen; onvergelijkelijk; onvolprezen; uitstekend; weergaloos
oöverträffat ongekend; ongeëvenaard; onovertroffen; onvergelijkelijk; onvolprezen; uitstekend; weergaloos
perfekt briljant; excellent; patent; perfect; puik; subliem; superbe; uitgelezen; uitgezocht; uitmuntend; uitnemend; uitstekend; volmaakt; voortreffelijk foutloos; ideaal; perfect; volmaakt
stor fantastisch; geweldig; grandioos; groots; magnifiek; schitterend; uitnemend; uitstekend; voortreffelijk breed; fors; hooggespannen; lijvig; omvangrijk; ontzettend groot; uit de kluiten gewassen; volumineus
storartat fantastisch; geweldig; grandioos; groots; magnifiek; schitterend; uitnemend; uitstekend; voortreffelijk glansrijk; schitterend
storslagen fantastisch; geweldig; grandioos; groots; magnifiek; schitterend; uitnemend; uitstekend; voortreffelijk
storslaget fantastisch; geweldig; grandioos; groots; magnifiek; schitterend; uitnemend; uitstekend; voortreffelijk
stort fantastisch; geweldig; grandioos; groots; magnifiek; schitterend; uitnemend; uitstekend; voortreffelijk aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; breed; dik; enorm; flink; fors; groot; groots; grootschalig; hooggespannen; lang; lijvig; omvangrijk; ontzettend groot; potig; reuze; stevig; uit de kluiten gewassen; vet; volumineus; zwaar van lijf
superbt heerlijk; kostelijk; uitstekend; voortreffelijk gaaf; mieters; schitterend; tof
underbar heerlijk; kostelijk; uitstekend; voortreffelijk beeldig; beeldschoon; dolletjes; enig; fantastisch; fenomenaal; geschikt; geweldig; glorierijk; groots; heerlijk; heilig; hemels; kiplekker; kostelijk; lekker; mieters; overheerlijk; prima; puik; reuzelekker; riant; smakelijk; tof; verheerlijkt; verrukkelijk; wonderbaarlijk; zalig
underbart heerlijk; kostelijk; uitstekend; voortreffelijk allerliefst; beeldig; beeldschoon; betoverend; dolletjes; dottig; enig; geschikt; glorierijk; heerlijk; heilig; hemels; kiplekker; kostelijk; lekker; lief; liefelijk; lieflijk; luisterrijk; magnifiek; mieters; overheerlijk; prachtig; prima; reuzelekker; riant; schattig; schitterend; smakelijk; snoezig; tof; verheerlijkt; verrukkelijk; vertederend; wonderbaarlijk; zalig
utan motstycket ongekend; ongeëvenaard; onovertroffen; onvergelijkelijk; onvolprezen; uitstekend; weergaloos
utmärkt heerlijk; kostelijk; uitstekend; voortreffelijk geschikt; hoogwaardig; ingoed; opperbest; perfect; prima; tof; van goede kwaliteit
väldigt fantastisch; geweldig; grandioos; groots; magnifiek; schitterend; uitnemend; uitstekend; voortreffelijk gigantisch; groots; grootschalig; immens; kolossaal; onafzienbaar; reusachtig; reuze; zeer groot

Verwante woorden van "uitstekend":


Synoniemen voor "uitstekend":


Verwante definities voor "uitstekend":

  1. zeer goed1
    • je hebt dat uitstekend gedaan1

Wiktionary: uitstekend


Cross Translation:
FromToVia
uitstekend utmärkt excellent — of the highest quality
uitstekend utsökt; utmärkt; skicklig; präktig; härlig; framstående; fin fine — of superior quality
uitstekend förstklassig; prima prime — first in excellence, quality, or value
uitstekend förträfflig; ypperlig excellent — Qui exceller ; qui possède toutes les qualités requises, très bon.
uitstekend anmärkningsvärd; märklig; märkvärdig remarquable — Qui mériter d’être remarqué ; qui attirer l’attention.
uitstekend amper; egg; gräll; gäll; skarp; anmärkningsvärd; märklig; märkvärdig saillant — Qui avancer, qui sortir en dehors.

uitstekend vorm van uitsteken:

uitsteken werkwoord (steek uit, steekt uit, stak uit, staken uit, uitgestoken)

  1. uitsteken (opvallen; uitspringen; eruit springen; afsteken; in het oog lopen)
    dra uppmärksamhet; vara uppfallande
    • dra uppmärksamhet werkwoord (drar uppmärksamhet, drog uppmärksamhet, dragit uppmärksamhet)
    • vara uppfallande werkwoord (är uppfallande, var uppfallande, varit uppfallande)
  2. uitsteken (uitblinken; onderscheiden; overtreffen; )
    blinka; överglänsa; lysa starkare än
    • blinka werkwoord (blinker, blinkte, blinkt)
    • överglänsa werkwoord (överglänsar, överglänsade, överglänsat)
    • lysa starkare än werkwoord (lyser starkare än, lyste starkare än, lyst starkare än)

Conjugations for uitsteken:

o.t.t.
  1. steek uit
  2. steekt uit
  3. steekt uit
  4. steken uit
  5. steken uit
  6. steken uit
o.v.t.
  1. stak uit
  2. stak uit
  3. stak uit
  4. staken uit
  5. staken uit
  6. staken uit
v.t.t.
  1. heb uitgestoken
  2. hebt uitgestoken
  3. heeft uitgestoken
  4. hebben uitgestoken
  5. hebben uitgestoken
  6. hebben uitgestoken
v.v.t.
  1. had uitgestoken
  2. had uitgestoken
  3. had uitgestoken
  4. hadden uitgestoken
  5. hadden uitgestoken
  6. hadden uitgestoken
o.t.t.t.
  1. zal uitsteken
  2. zult uitsteken
  3. zal uitsteken
  4. zullen uitsteken
  5. zullen uitsteken
  6. zullen uitsteken
o.v.t.t.
  1. zou uitsteken
  2. zou uitsteken
  3. zou uitsteken
  4. zouden uitsteken
  5. zouden uitsteken
  6. zouden uitsteken
en verder
  1. ben uitgestoken
  2. bent uitgestoken
  3. is uitgestoken
  4. zijn uitgestoken
  5. zijn uitgestoken
  6. zijn uitgestoken
diversen
  1. steek uit!
  2. steekt uit!
  3. uitgestoken
  4. uitstekend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

uitsteken bijvoeglijk naamwoord

  1. uitsteken (eruitspringend; opvallend)
    framstående

uitsteken [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. uitsteken
    stickande ut

Vertaal Matrix voor uitsteken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blinka getintel; knipoogje; tinteling
framstående voorbedachtheid
stickande ut uitsteken
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blinka excelleren; onderscheiden; overtreffen; schitteren; uitblinken; uitblinken boven; uitmunten; uitsteken flonkeren; knipogen; knipperen; met oogleden op en neer gaan
dra uppmärksamhet afsteken; eruit springen; in het oog lopen; opvallen; uitspringen; uitsteken aandacht trekken
lysa starkare än excelleren; onderscheiden; overtreffen; schitteren; uitblinken; uitblinken boven; uitmunten; uitsteken
vara uppfallande afsteken; eruit springen; in het oog lopen; opvallen; uitspringen; uitsteken
överglänsa excelleren; onderscheiden; overtreffen; schitteren; uitblinken; uitblinken boven; uitmunten; uitsteken boven staan
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dra uppmärksamhet aandachttrekkend
framstående eruitspringend; opvallend; uitsteken aanzienlijk; adelijk; befaamd; beroemd; deftig; doorluchtig; geacht; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; hooggezeten; illuster; onafgelost; prominent; verheven; vooraanstaand; vooraanstaande; voornaam

Verwante definities voor "uitsteken":

  1. er bovenuit komen1
    • de kerk steekt boven alle gebouwen uit1
  2. het naar buiten steken1
    • steek even je tong uit voor de dokter1

Wiktionary: uitsteken


Cross Translation:
FromToVia
uitsteken förstora étendre — Traductions à trier suivant le sens