Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. baar:
  2. baren:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor baar (Nederlands) in het Zweeds

baar:

baar bijvoeglijk naamwoord

  1. baar (cash; contant)
    kontant

baar [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de baar (cash; specie)
    kontanta pengar

Vertaal Matrix voor baar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kontanta pengar baar; cash; specie
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kontant baar; cash; contant

Verwante woorden van "baar":


Wiktionary: baar


Cross Translation:
FromToVia
baar bom; stång; ribba bar — solid object with uniform cross-section
baar stång bar — metallurgy: solid object of round, square, hexagonal, octagonal or rectangular section
baar kontanter cash — money in the form of notes/bills and coins
baar tacka ingot — a solid block of more or less pure metal
baar bår stretcher — simple litter designed to carry a sick, injured, or dead person
baar stav; stång bâton — Morceau de bois assez long
baar abborre perchelong pièce de bois.
baar våg; bölja vague — Masse d’eau agitée

baar vorm van baren:

baren werkwoord (baar, baart, baarde, baarden, gebaard)

  1. baren (bevallen; voortbrengen; ter wereld brengen)
    föda barn
    • föda barn werkwoord (föder barn, födde barn, fött barn)

Conjugations for baren:

o.t.t.
  1. baar
  2. baart
  3. baart
  4. baren
  5. baren
  6. baren
o.v.t.
  1. baarde
  2. baarde
  3. baarde
  4. baarden
  5. baarden
  6. baarden
v.t.t.
  1. heb gebaard
  2. hebt gebaard
  3. heeft gebaard
  4. hebben gebaard
  5. hebben gebaard
  6. hebben gebaard
v.v.t.
  1. had gebaard
  2. had gebaard
  3. had gebaard
  4. hadden gebaard
  5. hadden gebaard
  6. hadden gebaard
o.t.t.t.
  1. zal baren
  2. zult baren
  3. zal baren
  4. zullen baren
  5. zullen baren
  6. zullen baren
o.v.t.t.
  1. zou baren
  2. zou baren
  3. zou baren
  4. zouden baren
  5. zouden baren
  6. zouden baren
diversen
  1. baar!
  2. baart!
  3. gebaard
  4. barende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor baren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
föda barn baren; bevallen; ter wereld brengen; voortbrengen

Verwante woorden van "baren":


Wiktionary: baren


Cross Translation:
FromToVia
baren föda bear — give birth to
baren föda birth — to give birth (to)
baren föda give birth — produce new life
baren föda gebären — ein Kind zur Welt bringen
baren föda donner naissancemettre au monde ; accoucher d’un enfant.
baren sätta till världen mettre au mondeengendrer, concernant des femelles.