Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Zweeds ->Zoek: kleppen

Nederlandse en Zweedse zoekresultaten voor: kleppen

Overzicht

Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...

kleppen:
- applåd
- dunka
klep:
- blabbra; prata bubbla
Wiktionary:
- kleppen → ljuda, låta, tona
- klep → skärm, mösskärm, klaff, fällbord

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kleppen (Nederlands) in het Zweeds

kleppen:

kleppen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

de kleppen
applåd
- applåd [-en] zelfstandig naamwoord

kleppen werkwoord (klep, klept, klepte, klepten, geklept)

kleppen (klakken)
dunka
- dunka werkwoord (dunkar, dunkade, dunkat)

Conjugations for kleppen:

o.t.t.

klep
klept
klept
kleppen
kleppen
kleppen

o.v.t.

klepte
klepte
klepte
klepten
klepten
klepten

v.t.t.

heb geklept
hebt geklept
heeft geklept
hebben geklept
hebben geklept
hebben geklept

v.v.t.

had geklept
had geklept
had geklept
hadden geklept
hadden geklept
hadden geklept

o.t.t.t.

zal kleppen
zult kleppen
zal kleppen
zullen kleppen
zullen kleppen
zullen kleppen

o.v.t.t.

zou kleppen
zou kleppen
zou kleppen
zouden kleppen
zouden kleppen
zouden kleppen

diversen

klep!
klept!
geklept
kleppend

1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor kleppen:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
applåd	kleppen	applaudiseren; applaus; handgeklap; klappen; open doekje; ovatie
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
dunka	klakken; kleppen	beuken; fijnwrijven; hengsten; rammen; stompen

Verwante woorden van "kleppen":

klep

Wiktionary: kleppen

Cross Translation:

From	To	Via
• kleppen	→ ljuda; låta; tona	↔ sonner — rendre un son.

kleppen vorm van klep:

klep [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de klep (kwebbel; kletskous; kletskop; babbelaar; zwammer; zwetser; kletsmajoor; leuteraar)
blabbra; prata bubbla
- blabbra zelfstandig naamwoord
- prata bubbla zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor klep:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
blabbra	babbelaar; klep; kletskop; kletskous; kletsmajoor; kwebbel; leuteraar; zwammer; zwetser
prata bubbla	babbelaar; klep; kletskop; kletskous; kletsmajoor; kwebbel; leuteraar; zwammer; zwetser
-	mond
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
blabbra		flappen

Verwante woorden van "klep":

kleppen, klepje, klepjes

Synoniemen voor "klep":

mond

Verwante definities voor "klep":

soort deksel dat aan één kant vast zit¹
- de klep van de brievenbus¹
uitstekend deel van een pet¹
- door die klep schijnt de zon niet in je ogen¹
holte achter je lippen waarmee je eet en praat¹
- hou je klep toch eens dicht!¹

Wiktionary: klep

Cross Translation:

From	To	Via
• klep	→ skärm; mösskärm	↔ visor — fore piece of a cap
• klep	→ klaff; fällbord	↔ abattant — châssis de fenêtre ou volet basculant sur un axe horizontal.

Computer vertaling door derden:

¹Muiswerk Woordenboek